- 6 -
en softballveld in Putte kwam. De plannen die er lagen waren in het geheelniet volledig.
Men moest trachten perceel no. 186 te verwerven. Anders heeft het geen zin dit stuk te
kopen, want dan past er gewoon geen honk- en softballterrein op. Tijdens die raads
vergadering is er toegezegd dat het te verwerven perceel nog getaxeerd zou worden.
Bij de stukken in de kelder lag uiteraard geen taxatierapport, noch een verhaal waarom
dat stuk grond niet gekocht is of niet gekocht kan worden door de gemeente.
Hij zegt toen ook naar vorente hebben gebracht of het niet verstandig zou zijn tevens
met een totaal plan te komen, en er tevens een voorbereidingsbesluit bij te leggen.
Van dat alles is niets gebleken. Er lag gewoon weer hetzelfde materiaal, en dat
is duidelijk te weinig. Hij herinnert aan de belofte van de voorzitter dat er
deze zomer nog een beslissing over een honk- en softballterrein valt.
Hij zou hetop prijs stellen te weten wat er gaat gebeuren. De grond kan wel aangekocht
worden, maar volgens hem heeft de gemeente er niets aan.
Het raadslid Buijs zegt niet zover te gaan als wat de heer Seen zegt, nl. dat de
grond wel aangekocht kan worden. Omdat het nu geen zin heeft om de grond aan te kopen
moet de grond nu niet aangekocht worden. Dat is tenminste een zakelijke opstelling.
Hij memoreert hetgeen de heer Looijen in de vorige raadsvergadering heeft gezegd,
nl. dat als het voorstel niet werd aangenomen, de mogelijkheid bestond dat de
eigenaar niet meer zou willen verkopen.Het waarom werd er niet bijgezegd.Na de verga
dering is die man bij hem geweest en die man heeft gezegd dat hij zich bedonderd voelde
door de heer Looijen en door de heer Schoonen. Hij weet dat dit een zware beschul
diging is, maar het waren die man zijn woorden. Hij zei zelfs te overwegen om stappen
te ondernemen om het gesloten voorlopige koopcontract ongedaan te maken. Dit is bij
de voorzitter gemeld. De voorzitter overwoog om een gesprek met die man te hebben.
Hij vraagt of dat gesprek heeft plaatsgevonden, en zo ja, of de heer Dirckx dan ook
tegenover de voorzitter zijn ongenoegen over die transactie heeft laten blijken.
Het raadslid Pasteuninq zegt helaas niet bij de vorige vergadering aanwezig te zijn
geweest. Hij vraagt de journalisten van de krant de naam van de afwezige in de artikelen
niet meer te noemen. Hij vraagt het C.D.A. en de V.V.D. waarom ze zo moeilijk doen,
waardoor de mensen van de honk- en softballvereniging zo lang moeten wachten op een
terrein. Hij moet constateren dat het C.D.A. en de V.V.D. het die mensen niet gunnen.
Hij verwijt het C.D.A. en de V.V.D. dat ze zich niet realiseren hoe een verkeerschaos
het wordt als er wedstrijden gespeeld worden.
Het raadslid Seen denkt dat de heer Pasteuning niet goed begrepen heeft waarover het
gaat. Het gaat erover dat als dat stukje grond niet aangekocht kan worden, dat er
dan helaas geen honk- en softballveld aangelegd kan worden. Als met deze transactie
het aanlegen van een veld mogelijk werd, dan zou hij direct voor stemmen.
Wethouder Looijen zegt dat de onderhandeling met de eigenaar over het stukje grond no.
186 een moeilijke is, omdat de eigenaar vindt dat de prijs, welke ook door het taxa
tiebureau is aangegeven, te laag is. Hij heeft echter beloofd vanuit zijn eigen
organisatie een taxatierapport te laten maken. Daarna kan de gemeente kijken, in hoever
re de gemeente hem dan in de prijs tegemoet zou kunnen komen. Hij heeft er vertrouwen
in dat er uiteindelijk een prijs zal worden genoemd die voor beide partijen tot
tevredenheid stemt.
Het raadslid Adams zegt dat de heer Looijen en trouwens geheel het college het er
dan toch mee eens moet zijn, dat zolang dat stukje grond niet aangekocht is,
de gemeeente niets heeft aan het stuk grond wat nu aan de orde is.
De voorzitter zegt dat dit in eerste instantie niet beslissend is. Er zijn met het andere
stuk terrein veel meer mogelijkheden om de honkbalvereniging aan een veld te helpen.
De eigenaar van het perceel no. 186 neemt zelf nog een taxateur in de hand. Dat is
zijn recht, en daarop moet gewacht worden.
Het raadslid Seen herinnert het college er ooknog aan, dat ze zou proberen het
perceeltje grond no. 621 te verwerven. Dan zou het probleem ook opgelost zijn.
Wethouder Looijen zegt met de eigenaar in spe onderhandeld te hebben. Hij wilde er
echter voorlopig niet over praten, omdat hij daarvoor voor zichzelf doorslaggevende
argumenten voor had.
De voorzitter antwoordt op de vragen van de heer Buijs dat er een goed gesprek is
geweest met de heer Dirckx. Deze 84-jarige man was in verlegenheid gebracht. Maar met
de toelichting zijnerzijds en de toezegging dat het in de vergadering van september
aan deorde zou worden gesteld en dat het dan tot kopen van de grond zou leiden, was hij
tevreden. Het raadslid Buijs zeqt dat de heer Pasteuning wel erg duidelijk laat
blijken de notulen niet goed te hebben gelezen.
Hij zegt dat het C.D.A. tegen het realiseren van een honk- en softballterrein is.
Het raadslid Buijs wil alleen maar dat het er zo snel mogelijk komt, en dat daarbij
niet de broek gescheurd wordt. Hij herhaalt nog eens zijn eerder uiteengezette standpunt.