en dat dan verder gewerkt kan worden met het bouwen in de buurt van de
Postbaan. Het bouwprogramma voor 1985 kan niet gehaald worden; 5 woning
wetwoningen kunnen niet gebouwd worden. Hierover is het college nog in
onderhandeling met een aantal gemeenten. Als het allemaal niet vlot loopt,
kan het bouwprogramma voor 1986 ook nog gevaar lopen. De contingentering
gaat echter gewoon door.
Het raadslid Looijen vraagt of het college weer van mening is, dat het
volgend contingent woningen weer aan de Stichting gegund moet worden, zodat
deze haar invloed hier kan uitbreiden.
De voorzitter zegt dat het wel de bedoeling is dat het contingent 1985 zou
ontwikkeld worden door Stichting Regionaal Woningbezit. Over de andere jaren
is nog geen beslissing genomen.
Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
5. Voorstel met betrekking tot het Distributie Planologisch Informatiesysteem.
Het raadslid Looijen is er voor om een registratie te krijgen van hoe omvangrijk
de ambulante handel (handel die plaatsvindt in huizen, die niet officieel
erkend zijn als detailhandelvestigingen) hier is. Iemand die officieel een
detailhandel heeft moet daar altijd voor betalen.
Hij wil deze registratie, omdat het toch in feite gaat om een totaaloverzicht.
De voorzitter zegt, dat hem bij de bespreking in Breda duidelijk is geworden,
dat de ambulante handel een aparte zaak is.
Hier gaat het om de verkoop vloeroppervlakte, waarbij de ambulante handel buiten
schot blijft. Er is van meerdere kanten wel op gezinspeeld. Er is ook gezegd,
dat in ieder geval begonnen wordt met de registratie van de ingeschrevenen bij
de Kamer van Koophandel. Hier onder vallen ook mensen die aan huis verkopen,
die daar een aparte ruimte voor hebben en die ook ingeschreven zijn. In de loop van
het proces zal bekeken moeten worden hoe het zich ontwikkelt.
Het zal ook een aangelegenheid zijn die tesamen met het Ministerie van Economische
Zaken bekeken moet worden.
Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
6. Voorstel tot ruiling van grond.
Het raadslid Mevrouw Emke zegt akkoord te gaan met het voorstel. Ze vraagt of er
kosten zijn verbonden aan de ruiling van grond. Uit de verklaring van de heer
Lautenslager blijkt hieromtrent niets.
De voorzitter zegt dat de heer Lautenslager het ontwerp-raadsbesluit tot ruiling
van grond bij de verklaring heeft gekregen. Hij weet dus van de kosten af,