Wethouder Buijs zegt, dat zolang de Stichting zijn verplichtingen aan de raad nakomt, dat het dan goed is. En de Stichting komt zijn verplichtingen na, ze houden daarop zelfs ruim geld over; er staan grote bedragen in deposito. Er is geen enkele aanleiding om zich zorgen te maken. Het raadslid de Ru hoopt dat wethouder Buijs gelijk heeft. Het raadslid Gelten vraagt met betrekking tot punt 8 of er inmiddels contact gezocht is met de twee vertegenwoordigers in de Stichting die door de raad van Putte aangewezen zijn. Wethouder Buijs zegt dat er een gesprek geweest is met de twee vertegenwoordigers. Van dit gesprek is een verslag gemaakt. Dit verslag heeft niet bij de stukken gelegen. Vermoedelijk is het bij de heer van Kaam in zijn bezit en deze is op vakantie. Hij zegt toe dat dit verslag alsnog toegevoegd zal worden aan de ingekomen stukken van de eerstvolgende raadsvergadering. Het raadslid Gelten zegt met betrekking tot punt 9, dat het de bedoeling is dat de gemeenteraad zich met betrekking tot de prognose 1986-1990 uitspreekt vóór 1 september 1985. Hij vraagt in welke raadsvergadering dit aan de orde zal komen. De voorzitter zegt, dat in de raadsvergadering van 3-9-1985 dit punt aan de orde zal komen. Aangezien niemand meer het woord verlangt worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. 4. Voorstel inzake planninqslijsten nieuwbouw, verbouw, en verbetering van het ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer. Het raadslid Looijen zegt dat er in het bestemmingsplan Hoge Berg II niet verder gebouwd kan worden omdat er nog steeds een bosperceeltje ligt, dat op het moment in procedure is. Hij vraagt of het college duidelijkheid kan brengen in die hele situatie. De voorzitter zegt, dat er in het bestemmingsplan Hoge Berg II nog 2 procedures lopen. Tegen de gedeeltelijke goedkeuring van het bestemmingsplan door gedepu teerde staten is beroep ingesteld bij de Kroon ten opzichte van bepaalde onder delen van het plan. Ten tweede is er een onteigeningszaak (in de zin van art. 13 van de wet op de ruimtelijke oredening). Er is reeds een Koninlijk Besluit. De wacht is nu op de dagvaarding van de eigenaren van het perceel grond om de geschillen op te lossen, en eventueel een uitspraak van de rechter te verkrijgen in de zin van de onteigeningswet ten opzichte van het verkrijgen van deze gronden en de prijsbepaling. Men wacht met deze dagvaarding totdat de Koninklijke goedkeuring over het plan is uitgesproken. In de procedure bij de Kroon wordt deze zaak met voorrang behandeld. Aangenomen wordt dat het in 1985 zijn beslag krijgt.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1985 | | pagina 75