GEMEENTE 16 PUTTE (N.BR.) sSpSPti Notulen openbare raadsvergadering van 9 .juli 1985. Aanwezig; burgemeester W.B.H. Bos, voorzitter, en de leden Mevrouw E. van Wees-Trümner, Mevrouw C. Emke-Langeveld, A. van Beeck, A. Buijs, L. Buijs, A. Gelten, Ph. Ketelaars, J. Looijen, L. de Ru, F. Schouteten en G. Vergeer. Notuliste: Marianne Derksen-Timmermans. 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijk gebed en heet alle aanwezigen hartelijk welkom. 2. Vaststelling van de notulen van de vergadering van 11 juni 1985. Het raadslid Looijen zegt, dat de zin"Zonder dat verder iemand het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, met als aanvulling om het volume voor 1985 op nul te zetten, be sloten" op blz 5 (behandeling van het voorstel met betrekking tot de stads en dorpsvernieuwing), een vertaling van een gevoelen is, welke niet helemaal in overeenstemming is met de werkelijkheid. Hij proeft hierin niet zijn mening, welke hij tot uiting heeft laten komen, dat hij er een voorstander van is om het bedrag van dit voorstel al te besteden in het eerstkomende jaar; hij is er tegenstander van om het bedrag op nul te zetten. Hij vindt het heel spijtig dat het op zo'n manier op papier is gezet. De voorzitter zegt, dat de heer Looijen niet heeft gezegd, dat hij tegen wilde stemmen. Wethouder L. Buijs zegt, dat de heer Looijen tijdens de beraadslagingen inder daad fel tegen was, maar hij kan zich ook niet herinneren, dat hij bij de besluitvorming heeft gezegd, dat hij geacht wilde worden tegen te hebben gestemd. De voorzitter zegt, dat de opmerking van de heer Looijen in de notulen van thans wordt opgenomen. Het raadslid Looijen zegt met betrekking tot de zin:"Hierna maakt het raads lid de Ru duidelijk dat het raadslid Looijen het verkeerde verslag voor zich heeft" op blz. 11, dat hij deze zin van de heer de Ru minder diplomatiek vindt uitgedrukt. De heer de Ru had ook kunnen zeggen: "Er moet een afschuwelijk misverstand zijn ontstaan. De heer Looijen had op het moment dat hij dit naar voren bracht, geen inzage in het echte rapport, dat door de meerderheid van de commissie ondertekend is'.'

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1985 | | pagina 73