- 22 -
Daarnaast zal er een gesprek plaats vinden met het bestuur van het woon
wagenschap. Hierbij zal worden bekeken of er in een andere gemeente een
standplaats kan worden beschikbaar gesteld.
Het college is echter niet van plan een z.g. artikel 10-standplaats in
Putte te creëren.
Het object "de Gloriëtte" is niet mislukt. De W.V.M.-ers hebben de eerste
aanzet gegeven. Door diverse omstandigheden is het project niet afgewerkt.
Bij de dienst landinrichting van het Ministerie van Landbouw is subsidie
aangevraagd waardoor het waarschijnlijk mogelijk wordt om het werk door par
ticulieren te laten afmaken. De omgeving is ondertussen conform het plan
van Staatsbosbeheer opgeknapt. Hij hoopt dat het totale boscomplex in 1985
gerestaureerd zal zijn. Het gebouwtje staat op de meerjarenbegroting.
Het hertenkamp wordt door het college nauwgezet in de gaten gehouden.
Met de opmerkingen ten aanzien van de nutsvoorzieningen op het woonwagen
kamp en de individuele bemetering en het recht van de woonwagenbewoners
om zelf hun rekeningen te betalen is het college volledig eens.
De suggestie van de VUD-fractie om inspraak bij de bouw van nieuwe huurwoningen
zal het college in overweging nemen.
De woningwetwoningen worden door de Stichting Regionaal Woningbezit beheerd,
die andere normen aanhoudt dan de gemeente. Deze zaak zal echter worden aan
gekaart bij het bestuur van voormelde stichting.
Het rampenplan is een organisatieplan waarin telefoonnummers zijn opgenomen.
Er is geen lijst van de inrichtingen in het Antwerpse industriegebied bij het
gemeentebestuur aanwezig.
Het is erg moeilijk om inzicht in deze zaak te krijgen.
De rampenbestrijding zal waarschijnlijk in grote lijnen worden toebedeeld aan
de brandweer, die samen met andere instanties zoals politie, rode kruis, thans
nog Bescherming Bevolking en deskundige overheidsinstellingen de rampen gaan be
strijden.
Het college zal proberen om in 1985 een oefening te organiseren waarbij een zekere
vorm van voorlichting aan de bevolking kan worden gegeven.
Wethouder Buijs verklaart dat de teneur van de beschouwingen van de P.v.d.A. en de
V.V.D. meer een terugblik is naar het afgelopen jaar dan een toekomstbeschouwing.
Hij is het niet eens met de verklaring van de l/.V/.D. dat er in de regeringscoalitie
alleen maar wordt gepraat en niets wordt gedaan.
Hij verwijst naar de besluiten die in het verleden genomen zijn en die welke nog
op stapel staan.
Elk lid heeft het recht om initiatiefvoorstellen in te dienen. Het eerste initiatie
voorstel van de oppositie-partijen moet nog worden ingediend.
Ten aanzien van de verklaring van de Heer Looijen "wil wethouder Buijs burgemeester
van Putte" worden merkt hij op dat hij niet die inspiraties heeft.
Hij komt daarnaast tegenstrijdigheden in het punt "bestuur" tegen.
Enerzijds verklaart de Heer Looijen dat juist de wethouder in de commissie en in
de raad met veel verve zaken aan de orde stelt en verdedigt en daardoor meer ver
antwoordelijkheid heeft voor het financieel beleid dan de andere twee leden van
het college. Daartegenover verklaart de Heer Looijen dat deze wethouder in 1984
lelijk heeft gefaald. Voor de raad en de commissie leuk met cijfertjes goochelen,
dat alleen is geen beleid maken.
lAlethouder Buijs kan deze zaken niet laten rijmen. Als hij z.g. goochelt met cijfer
wat door de raads- of commissieleden niet begrepen wordt vraagt hij zich af wiens
schuld dit is. Daarnaast wil wethouder Buijs van de Heer Looijen graag voorbeelden
als hij praat over het nemen van onpopulaire maatregelen voor eigen politieke vrien
den. Ook heeft hij wel eens iets anders gehoord dan "het niet goed passen op de
winkel"
Voor wat betreft de huurachterstanden verklaart hij dat het college in samenwerking
met de deurwaarder er thans hard aan trekt en dat diverse achterstanden al flink
zijn gereduceerd. Ook al betekent dit dat soms inpopulaire maatregelen moeten wor
den getroffen. Ten aanzien van de organisatie op de gemeentesecretarie is hij van
mening dat er een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen een wethouder
en een ambtenaar.
Zijns inziens zijn anderen verantwoordelijk voor een goed functionerende organisa
tie.
