- 27 -
over de vereiste vergunningen beschikken. Met betrekking tot het
punt van de vestiging van een afvalverwerkend bedrijf op de Hoge
Maai heeft de fractie gevraagd of het college activiteiten wil ont
wikkelen via het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het
Ministerie voor Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur voor de aanvoer
van afvalstoffen. Hij vraagt of het college hier werkelijk op ingaat
of dat het college dit voor kennisgeving aanneemt.
Met betrekking tot de kwestie van de woonwagen in de Postbaan
zegt hij ook geen opmerking gehoord te hebben.
Hij wenst ook nog antwoord op de op blz. 6 gestelde vraag of de
sluikroutes voor het vrachtverkeer afgesloten kunnen worden.
Hij reageert nog op hetgeen de C.D.A.-fractie heeft gezegd in hun
antwoord. De C.D.A.-fractie zegt dat het verkeerscirculatieplan een
mooie kreet is, maar niet meer dan dat. Inderdaad is enkele jaren
geleden gebleken, dat een verkeerscirculatieplan niet dadelijk urgent
was. Hij meent toch aan te kunnen tonen dat zo'n plan wel degelijk
een kans van slagen heeft. Er is nu sprake van een veranderde situatie
o.a. in verband met de doorbraak Bosweg-Postbaan.
Een verkeerscirculatieplan ontwikkelen kost uiteraard geld. Hij is
daarom ook van mening, dat het beschikbaar stellen van een krediet
voor deze zaak een politieke beslissing moet zijn.
Hij denkt dat een 30 km.-zone zoals die nu door het college gepland
is, weinig kans van slagen heeft.
De C.D.A.-fractie heeft het feit dat de fractie van de Partij Putse
Belagen geen voorstander is van het tot ontwikkeling brengen van een
groenstrook tussen de Pastoor Woltersstraat en de Seringenstraat
voor het bouwen van sociale woningen bekritiseerd.
Het bouwen van sociale woningen vindt de fractie van de Partij Putse
Belangen heel belangrijk. Het is een zeer urgente zaak.
Hetgeen de fractie heeft bewogen om die stellingname in te nemen
is het feit, dat geen garantie tot hen is gekomen dat er op zeer korte
termijn op het stuk grond gebouwd zal kunnen worden, omdat de gronden
die daarvoor nodig zijn ook nog geen gemeenteeigendom zijn en de
fractie het vermoeden heeft dat het college daarmee dezelfde kant
op zal gaan als dat nu in Hog§ Berg II het geval is.
Ten aanzien van de algemene beschouwingen van de Partij van de Arbeid
zegt hij, dat hij wethouder Schouteten nog nooit hand in hand heeft
zien lopen met een C.D.A.-lid.
Het raadslid de Ru zegt naar aanleiding van het antwoord van het C.D.A.,
(bijna) nooit getwijfeld te hebben aan het feit dat wethouder Buijs
een uitstekende wethouder is. Alleen de opmerking dat hij beter is
dan de aanwezige raadsleden vindt hij een beetje te ver gaan. Zeker
voor wat betreft de V.V.D.-fracitie gaat deze stelling niet op.
Misschien geldt het wel voor de CD.A.-fractieUit het antwoord van
de C.D.A.-fractie proeft hij zelfs dat het antwoord niet eens is ge
schreven door een raadslid van het C.D.A.
Met betrekking tot het antwoord op de mening van de V.V.D. om geld
beschikbaar te stellen of anders de belasting te verlagen, zegt hij
inderdaad voor een veld voor de Batters te zijn. Hij zegt wel tegen
het raadslid Vergeer dat men hier al 2 of 3 jaar mee bezig is.
De knoop moet dan maar een keer doorgehakt worden. Hij verwijst het
raadslid Vergeer naar hetgeen hij gezegd heeft naar aanleiding van
het antwoord van het C.D.A. over de CAI en de onroerend goedbelasting.
Wethouder Buijs zegt weinig behoefte te hebben aan het over en weer
argumenteren met betrekking tot het al dan niet verlagen van de o.g.b.
Hij herhaalt nogmaals bondig zijn standpunt.
Hij zegt verder dat de heer Looijen stelt dat er eigenlijk niet meer
is gedaan dan de hand op de knip houden. Dat is wel gedeeltelijk waar.
Anderzijds is het toch zo, dat er de laatste 12 jaar heus wel wat