Het raadslid Mevr. Emke wenst Mej. Dekkers veel succes met haar
benoeming.
Zonder dat iemand het woord verlangt worden de ingekomen stukken
ter kennis aangenomen.
4. Voorstel tot aanwijzing van 2 leden van het bestuur van de
Stichting Bejaardenzorg Zuster Marie Adolphine.
Het raadslid Looijen zegt het op zijn minst een vreemde zaak te
vinden, dat het college niet de kleine moeite heeft genomen om een
kleine (levens)-beschrijving te geven van de 2 leden die aange
wezen zijn. Hij zegt niets te weten over beide mensen. Hij vraagt
ook waarom er geen brieven bij de stukken in de raadskelder lagen
waarin deze leden zich bereid verklaarden de taak te aanvaarden.
Aangezien er zoveel is gezegd over deze zaak vindt hij dat de aan
wijzing van de 2 leden niet op deze manier afgedaan kan worden.
Hij uit de veronderstelling dat deze 2 leden bij meerdere leden
van de raad niet bekend zijn. Hij zou deze gang van zaken normaal
vinden als het de aanwijzing van commissieleden betrof. Nu echter
gaat het om mensen waarmee de raadsleden waarschijnlijk nooit oog
in oog zullen komen te staan. Het raadslid Mevr. Emke zegt namens
haar fractie het vreemd te vinden, dat deze aangelegenheid nooit
in de commissie Algemene Zaken is behandeld. Ze had het verder be
ter gevonden wanneer er meer kandidaten waren geweest. Dan had er
een keuze gemaakt kunnen worden. De voorzitter zegt dat het op de wij
ze zoals de raadsleden Mevr. Emke en Dhr. Looijen aangeven zou kunnen
gaan. Hij heeft gedacht dat omtrent de gehele aangelegenheid van de
Stichting Zr. Marie Adolphine in het recente verleden genoeg woorden
zijn gesproken en dat het goed was om 2 mensen aan te wijzen buiten
de gemeenteraad om, die een bepaalde kwaliteit hebben en deze mensen
voor te dragen aan het bestuur van de Stichting Zr. Marie Adolphine
voor de benoeming tot bestuurslid.
Hij gelooft niet dat deze aangelegenheid in een commissie Algemene
Zaken thuishoort. Alle commissies, dus ook de commissie Algemene Za
ken, ziet hij ter voorbereiding van aangelegenheden, die in discussie
zijn.
De aanwijzing van 2 bestuursleden is een onderdeeltje van een dis
cussie-onderwerp geweest. Het zou dan een herhaling zijn. Hij acht
dit niet juist. De commissies moeten maar zeggen hoe ze het in het
vervolg willen hebben. Er zijn geen initiatieven in die richting ge
weest. Het college heeft de Stichting Zr. Marie Adolphine van de goed
keuring van het garantiebesluit door G.S. op de hoogte gesteld en ge
zegd dat er zo spoedig mogelijk 2 leden aangewezen zouden worden.
De 2 leden die het college heeft voorgesteld hebben een bepaalde kwa
liteit. Het college verwacht, dat deze personen een goede aanvulling
in het bestuur zullen zijn. Indien er meer vragen over de 2 personen
zijn, dient dit in een besloten vergadering te gebeuren. Hij gelooft
dat dit voorstel op deze wijze geaccepteerd moet worden.
Het raadslid Adams is het eens met de voorzitter. Hij zegt namens de
fractie van het C.D.A. het college van B en W bekwaam genoeg te
achten om behoorlijke leden naar voren te brengen. De raadsleden
Gelten en A. Buijs sluiten zich hierbij aan. Het raadslid Looijen
komt terug op hetgeen hij eerder heeft gezegd. Hij vindt ook niet
dat deze aangelegenheid in een openbare vergadering thuishoort.
Enige informatie vooraf was op zijn plaats geweest. Hij vindt deze
manier van werken verre van respectabel. Concreet wil hij weten:
- wat de leeftijd is van beide heren; - welke kerkelijke gezindheid
ze hebben; - welke opleidingen ze hebben genoten; - wat zoal hun
werkzaamheden zijn. De voorzitter zegt hierop dat hij deze gegevens
niet verstrekt.