t.b.v. 10 woningen aan de Bevrijdingslaan), 21e begrotingswijziging
1983 (Subsidie Stichting gemeente Putte en subsidie Heemkundekring
het Zuidkwartier), 22e begrotingswijziging 1983 (krediet bouw ten-
nispaviljoen Postbaan);
15. Besluit van burgemeester en wethouders tot uitbetaling van subsidie
aan Stichting gemeente Putte;
16. Schrijven van de commissie van de Intercommunale Reinigingsdienst H.O.P.,
inhoudende de mededeling dat de begroting 1984 door gedeputeerde staten
van Noord-Brabant is goedgekeurd.
Het raadslid Mevr. Emke zegt t.a.v. punt 7, dat weer door het Verificatiebureau
wordt opgemerkt, dat er krachtiger invorderingsmaatregelen genomen moeten worden
m.b.t. de achterstallige huren. Verder geeft het Verificatiebureau weer een op
merking over de organisatie van de financiële administratie. Er zou een gesprek
geweest zijn met het college. Zij vraagt of er v.w.b. de achterstallige C.A.I.-
gelden contact is geweest met de PNEM, en wat er verder aan gedaan wordt.
De voorzitter zegt dat het gemeentebestuur de plicht heeft om aan de achterstan
den wat te doen. In deze tijd ligt deze zaak echter wat moeilijk. Er wordt wel
aan gewerkt. Wat betreft de financiële organisatie zegt hij dat dit bij het col
lege bekend is. Het college hoopt binnen niet al te lange tijd hieraan enige
andere richting te kunnen geven. Een en ander houdt verband met de vervulling
van de vacature op de afd. financiën. In ieder geval zal het dan gaan in de
richting van enige decentralisatie van werkzaamheden.
V.w.b. de CAI-gelden maakt de voorzitter duidelijk, dat het niet de abonnements
gelden betreft, maar de aanlegkosten. Het is een moeilijk inbare post.
De controle op de PNEM-gelden, het mutatieregister, is evenwel nog niet samen
gesteld, maar er wordt aan gewerkt. Het raadslid Vergeer vraagt of het moge
lijk is de adviezen die het verificatiebureau gegeven heeft m.b.t. de organisa
tie van de financiële administratie te bespreken in een commissie algemene zaken
of financiën. De voorzitter veronderstelt dat onderdelen van deze kwestie in de
commissie financiën terecht zullen komen. Het raadslid Adams vraagt of de voor
zitter al iets weet over de bouw van de sporthal bij "De Berk". De voorzitter
zegt dat gedeputeerde staten willen meewerken aan de bouw van de sporthal. Er
worden wel voorwaarden in het besluit opgenomen. Deze voorwaarden zijn nog niet
bekend, omdat nog geen officieel schrijven is ontvangen.
Het raadslid Adams zegt, dit gehoord hebbende, geen enkel bezwaar te hebben te
gen de bouw van het tennispaviljoen bij de Postbaan.
Het raadslid Vergeer vraagt wanneer gestart wordt met de bouw van het paviljoen.
Wethouder Schouteten zegt toe zo snel mogelijk met de bouw te zullen aanvangen.
Het raadslid de Ru is verheugd over het feit, dat de Stichting gemeente Putte
het advies van de commissie financiën en de raad heeft opgevolgd, om nog eens
met de Fa. Witlox te gaan praten. Het heeft de gemeente 500,opgeleverd.
Zonder dat nog iemand het woord verlangt worden de ingekomen stukken ter kennis
aangenomen
4. Voorstel tot vaststelling van een verordening op de onroerend qoed-belastinq
Het raadslid Looijen is het niet eens met het voorstel. Hij vindt het onbillijk,
dat in Putte de gebruikers hoger voor de onroerend goedbelasting worden aange
slagen dan de eigenaren. Hij meent dat niet de rijkste mensen huurders van hui
zen zijn. Verder vindt hij een verhoging van de onroerend goedbelasting, ook al
is deze gering, niet verantwoord in deze tijden van economische recessie.
Hij wil de mensen behoeden voor een steeds dieper afglijden naar een financiële
fiasco. Hij oppert de mogelijkheid om een tarievenstelsel in te voeren. Er wordt
dan gekeken naar het inkomen van de mensen.
Het raadslid de Ru zegt namens zijn fractie niet akkoord te gaan met het voorstel.
Gezien de reserve die uit de begroting voortvloeit en een saldi-reserve van
2.000.000,vindt hij het niet verantwoord om de mensen in deze tijd nog meer
belasting te laten betalen. Het raadslid Gelten zegt namens zijn fractie wel ak
koord te gaan met het voorstel. Alleen zegt hij het te betreuren, dat deze aange
legenheid niet eerst in een commissie financiën ter sprake is gebracht.
Het Koninklijk Besluit is reeds sinds 31 oktober 1983 bekend.
Het raadslid A. Buys vraagt ook waarom deze aangelegenheid niet eerst in de com
missie financiën is behandeld.