roepen. Eind 1980 heeft de commissie algemene zaken aan burgemeester en wet houders duidelijk het advies gegeven om hier niet verder op in te gaan. De voorzitter zegt toe te zullen nagaan of er al bericht verzonden is naar de minister. De overige ingekomen stukken worden ter kennis aangenomen. 4. Voorstel inzake een verzoek tot terugkoop van een perceel bouwgrond aan de Hazelaarlaan Het raadslid de Ru vindt dit een heel moeilijk punt. Op 21 mei 1980 heeft de Heer Morsink gevraagd om de grond te mogen verkopen. Bij brief van 12 juni 1980 is daarop geantwoord dat het gemeentebestuur niet bereid is toestemming te ver lenen om grond aan derden door te verkopen maar dat men wel bereid is de gemeen teraad voor te stellen de grond van Morsink terug te kopen waarbij de notaris- kosten voor rekening van de verkoper zouden komen. Op 6 november 1980 werd ge vraagd de grond toch door te mogen verkopen voor een hogere prijs zodat de ren teverliezen gecompenseerd zouden worden. Hij heeft het antwoord van burgemees ter en wethouders op deze brief niet kunnen vinden. Vel heeft hij in een krantenartikel gelezen dat de gemeente op 9 december 1980 gunstig had beslist op het verzoek om de grond te mogen verkopen. Hij heeft be grepen dat cliënt nooit een brief heeft ontvangen. Hij vraagt hierna hoe deze beslissing aan Morsink is medegedeeld. Hij vraagt zich tevens af of het college bevoegd is buiten de raad om toestemming te verlenen tot doorverkoop. Op 28 mei 1982 heeft Morsink wederom een brief gezonden waarop tot op dit mo ment geen antwoord is gekomen. Nu komt het college met het voorstel om de grond niet terug te nemen. Hij zou graag vernemen welke de argumenten van het college zijn om de grond niet terug te nemen. Over de prijs is naar zijn mening te praten. Wel vindt hij het een vreemde zaak dat elders in de gemeente wel gronden zijn teruggekocht, waarom wordt er voor deze persoon een uitzondering gemaakt en wordt de grond niet terug gekocht? Hier is sprake van rechtsongelijkheid, meten met twee maten. Het raads lid van Beeck herinnert de raad aan de vergadering van de raad van medio au gustus. Toen zijn diverse percelen uit het gronbedrijf genomen omdat het de laatste jaren voor de gemeente erg moeilijk is om gronden te verkopen. Als de gemeente deze grond terugkoopt dan komt daar bij dat de rentelast op de gemeente komt te drukken. Hij vindt terugkoop een onrechtvaardige zaak en is het daarom eens met het voorstel van het college om de grond niet terug te kopen. Het raadslid A. Buijs is het ook eens met het voorstel om de grond niet terug te kopen. Vel vraagt hij zich af of er voor de gemeente geen consequenties aan vast zitten. Het raadslid Looyen vindt het op zich een triestig geval maar het is een risico wat wordt genomen in de vrije economie. Het is een spel van vraag en aanbod. Als je zelf zoiets meemaakt zal dat harder overkomen dan bij degene die daarbuiten staat. Er zijn thans twee belangen in het geding, enerzijds het

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1982 | | pagina 67