langer, maar ondertussen zal toch een oplossing moeten worden ge
vonden voor deze verenigingen. De gemeente kan deze verenigingen
toch niet in hun hemd laten staan, er zal zeker voor een tijdelijk
onderdak moeten worden gezorgd, dat is het gemeentebestuur tegen
over deze verenigingen verplicht.
Het raadslid de Ru is van mening, dat de voorzitter zich ten aan
zien van de afstand tegenspreekt. Tijdens de vorige raadsvergadering
heeft de voorzitter gezegd dat de afstand naar de school geen
problemen geeft of men nu naar de Berk gaat of achterom naar de
Postbaan.
Ten aanzien van de situering vraagt hij zich af of men heeft stil
gestaan bij de mogelijke geluidsoverlast voor de omgeving van de Berk,
als er sporten worden bedreven. Hij kan zich heel goed voorstellen,
dat deze mensen niet gelukkig zijn met deze situatie, dit zouden z.i.
ook de raadsleden niet zijn als bij hun woning een sporthal van 9 meter
zou worden gebouwd.
Hij is er niet gelukkig mee, vooral daar er elders in de gemeente
ruimte beschikbaar is. Daarom stelt hij wederom voor naar de Postbaan,
te gaan.
Hierna vraagt hij waarom er voor die andere verenigingen niet een
tekening gemaakt is of een suggestie om een stuk aan de Berk te
zetten, buiten de sportzaal om. Daar is ook de vorige keer al uit
voerig over gesproken. Het is net wat de Heer Schouteten zegt: wij
kunnen die verenigingen niet langer laten wachten. Hij vindt dat er
in de volgende raadsvergadering een tekening op tafel moet liggen
met een mogelijke uitbreiding van de Berk zodat de gedupeerde ver
enigingen geholpen kunnen worden.
Hierna verklaart hij vernomen te hebben dat er een gesprek heeft
plaats gehad over een particulier initiatief. Hij vraagt of dit
juist is en wat het standpunt van het college is.
Het raadslid Looijen gaat hierna in op de woorden van het raadslid
Schouteten. Het is inderdaad nodig dat de gedupeerde verenigingen
in de periode dat het gemeenschapshuis de Berk omgebouwd wordt tot
een sociaal-cultureel centrum, aan hun trekken kunnen komen.
Als een tijdelijke oplossing ziet hij de ruimte die de Batters voor
heen huurden. Deze ruimte zou hier tijdelijk goed voor kunnen dienen.
De voorzitter antwoordt hierop: "Ik zeg niks", waarop het raadslid
Looijen reageert: "Nou ja, U spreekt met de mond dicht".
Ten aanzien van de sporthal opteert hij voor een hal met schuine
daken omdat in zo'n geval de massa minder opvalt in de omgeving.
Daarnaast heeft hij gezien dat de toestellenberging niet al te
groot is. Hij verwacht daarom, dat de verenigingen, die gebruik gaan