Het raadslid Mevrouw Emke stelt hier tegenover: Het college rekent op 75 80$, maar wat belet ons toch een enquête te houden, want als dit niet haalbaar is, dan heeft de raad een krediet gevoteerd, maar zitten we ermee. De mensen worden wel een stuk zuiniger. De voorzitter vervolgt: Het rentepercentage is ook doorgesproken op de provinciale griffie dat dit op deze wijze geregeld kan worden. Het ligt in de lijn van de rente die de gemeente ontvangt voor uitgezette kasgelden. Het is de gemiddelde rente die de ge meente gedurende de afgelopen periode ontvangen heeft. Het raadslid van Wees verklaart: Ik moet verwijzen naar de raads vergadering van 24 juni 1980 waarin de raad zelf besloten heeft om geen enquête te houden. De overwegingen voor de raad waren toen dat gebleken is dat in de lande dat op zo'n encjuête weinig respons komt en dat je met de uitslag van die enquete weinig kunt doen. Zou het betekenen dat je weinig respons krijgt en je zou daarop afgaan dan kan dit betekenen dat er helemaal geen C.A.I. komt. Wij zijn toen gaan kijken wat in Nederland bij eerste aanleg h"et aantal aansluitingen zijn en dat bleek allemaal veruit boven de 80$ te zitten. Het schijnt niet abnormaal te zijn en ook niet in het Brabantse dat er in eerste instantie een aansluitingsdichtheid van meer dan 95$ is. Dat is toen voor de raad een overweging geweest om te zeggen geen enquête, laten we dat geld in onze zak houden en dat is ook voor de raadsleden en de C.A.I.-commissie reden geweest om te zeggen: wij houden daaraan vast en zullen geen enquête houden. De overige leden die het vanuit hun standpunt terecht op commer ciële basis hebben bekeken, hebben duidelijk wel voor een enquête geadviseerd. Het raadslid Mevrouw Emke wil hierna de enquête opnemen aan de orde gesteld zien. Er is gezegd, er wordt een commissie benoemd, en de commissie gaat kijken of de geenquêteerden lid willen worden, maar dat wil niet zeggen dat de raad als zodanig afstand heeft genomen om een enquête te houden. Het raadslid van Wees antwoordt hierop: Ja, het is juist voorzitter dat in de notulen van wat in de informele raadsvergadering is be sproken en er is toen gezegd daar zullen wij ons wat stemming e.d. betreft aan conformeren, maar ja, de situatie kan inderdaad veran deren, dus ik heb daar zelf niet zo'n moeite mee. Het raadslid Mevrouw Emke vervolgt aldus: Ik dacht dat de nadruk werd gelegd op de commissie die dan benoemd zou worden, dat die dat uit zou zoeken. De voorzitter antwoordt: De C.A.I.-commissie heeft dat niet nodig gevonden blijkbaar Het raadslid Looijen verklaart: Voorzitter, ik zou graag nog in deze een opmerking willen maken. Wij hebben vanavond niet alles kunnen doorspreken wat er eigenlijk allemaal aan vooraf is gegaan en wat wij aan kennis in deze hebben kunnen vergaren en kunnen waarnemen en een van de belangrijkste punten op het gebied van die enquête is het feit dat Integan al reeds in een heel vroeg stadium ons heeft aangeboden om een man in te zetten die, voordat in feite de aan sluitingen beginnen, deur-aan-deur het product als het ware gaat verkopen. Dit is toen beloofd en ik denk dat dit een veel betere zaak is, want die man komt dan direct met de mensen in contact en kan daar dus een verslag van maken. Hij kan bepalen hoeveel mensen positief reageren, en ik geloof dat dit een veel betere zaak is. Dit is ook nadrukkelijk besproken in de C.A.I.-commissie

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1981 | | pagina 45