-6- 6. Voorstel tot vaststelling van, het "bedrag per leerling als bedoeld in arte 101 der L.o.-wet 1920 voor het .jaar 1981» Ook over dit voorstel hebben in de vorige vergadering de stemmen ge staakt zodat hetzelfde voorstel wordt aangeboden» Het raadblid Looi.1 en verklaart in de begroting 1981 te hebben gezien, dat met 340 leerlingen rekening is gehouden. Uit een overzicht van de peildata mag worden geconcludeerd dat er bij de laatste peildatum 327 kinderen zullen zijn die de school bezoeken» Dit betekent een verschil van 13» Uigaande van het bedrag ad443,76 dat door het schoolbestuur gevraagd is, betekent dit een tekort van 5.76e, Als de gemeentehet gevraagde bedrag beschikbaar stelt in plaats van het door burgemeester en wethouders voorgestelde dan kan 1.615»™" meer worden uitgekeerd en wordt het een stuk aantrekkelijker, terwijl dit toch maar een luttel bedrag is waarmee de raad gerust akkoord kan gaan. Blijft de raad echter bij zijn woorden, dan moet ik toegeven dat wij hierom niet zullen blijven dwarsliggen. Hij zal dan ook voor het voorstel stemmen» Het raadslid de Bruijn begrijpt niet waarom men de vorige keer over deze zaak zo]n heisa heeft gemaakt» Het was een aanvraag van het schoolbestuur en of daar nu 2 of 3 leden bij waren, die daar meer moeite mee hadden, daar heeft hij niks mee te maken, het was een aanvraag van het schoolbe stuur» Als raadslid moet men zich daaraan conformeren. Hij vindt het ver gezocht om in te gaan op de meningen van een minderheid van het schoolbestuur. Het raadslid Mevr» Emke is van mening dat uit de brief van het school bestuur die nu ter inzage ligt.blijkt» dat zij voor een voldongen feit zijn gesteld. Zij waren niet bekend met het advies van de inspecteur zodat wij daardoor gezegd hebben, als wij niet meer krijgen, zullen wij daar genoegen mee nemen» Volgens het raadslid de Brui .In ging het schoolbestuur met dit bedrag akkoord» Het raadslid de Ru reageert hierna op de opmerking van het raadslid de Bruijn» Er staat inderdaad in het laatste verslag dat men zich voor een voldongen feit gesteld voelde» Als men het nederlands woordenboek pakt, dan kan men zien dat dit betekent "het is beslist niet meer te veranderen, het is een feit geworden". Dat is hetzelfdeals hetgeen ik tijdens de vorige raadsvergadering heb ge- zegd. Wethouder Bui.Is zegt hierna dat het raadslid Looijen spreekt over een totaalbedrag, het bedrag per leerling maal het aantal leerlingen. Dit bedrag wordt echter alleen genoemd om het voorschot te bepalen. De afrekening komt naderhand. Men kan nu niet zeggen wat er later tekort gekomen zal worden, want als er meer kinderen komen, zou dat betekenen datmen aan het einde van het jaar een overschot zou hebben. Ik spreek over het bedrag per leerling. Het raadslid Looijen reageert hierop door te stellen, dat er 3 peildata zijn, die uiteindelijk het aantal leerlingen bepalen. Als men de gegevens die nu bekend zijn beziet mag verwacht worden dat het aantal 327 zal zijn. De voorzitter brengt het voorstel van de heer Looijen in stemming om 443,64 per leerling beschikbaar te stellen. Voor bet voorstel zijn de leden Mevro Emke, de Ru, Schouteten, Wiemes, en Looijen, terwijl de leden de Bruijn, Ketelaars» van Wees, A. Buijs, Huijbrechts en L. Buijs tegen stemmen» zodat dit voorstel is verworpen. 7» Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de reconstructie van^Giiidiïaa£;i^e begrotingswijziging IgÖTla. Het raadslid Looijenvraagt of het college stil gestaan heeft bij het rapport van Oranjewoud over de wateroverlast in de Grensstraat. Een van de voorstellen omvat het leggen van een riolering vanaf de Tulp straat door de Grensstraat en de Canadalaan richting België". Als deze riolering in de toekomst wordt aangelegd zou dit betekenen, dat het wegdek in de Canadalaan weer zou moeten worden opgebroken. Wethouder Hui.ibrechts antwoordt hierop dat dit voorstel, waarschijnlijk niet doorgaat» Er zijn mogelijkheden om een betere afvoer via de Tulpstraat en Nieuwstraat te realiseren, waaraan de voorkeur zal worden gegeven.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1981 | | pagina 27