In de C.D.A.-fractie is men het er met allemaal over eens; de heren de Bruyn,
Ketelaars en van Wees zelf zijn er voor óm het verzoek te honoreren.
Als er goede afspraken gemaakt worden moet dit mogelijk zijn.
Inzake het onder punt 6 vermelde besluit van Gedeputeerde Staten merkt het
raadslid Mevrouw Emke op, dat zij tijdens de vorige raadsvergadering reeds
gevraagd heeft of er contact is geweest met de provincie.
De voorzitter heeft dit toen bevestigd: de vragen waren beantwoord.
In de brief van de provincie staat echter dat er geen antwoord is gegeven.
Zij vraagt hoe dit zit.
Het raadslid Looyen is het eens met de C.D.A.-leden
De gemeente moet Duimelotje in de gelégenheid stellen om de brandweerkanti—
ne tijdelijk te benutten.
Het raadslid A. Buys vindt ook dat Duimelotje zó spoedig mogelijk geholpen
moet worden omdat 3 ochtenden in de Berk te weinig zijn.
Hij adviseert te bekijken of het instructielokaal van de brandweer hiervoor
geschikt is, waarbij rekening moet worden gehouden met de grote bedrijvigheid
op het gemeenteterrein.
Het raadslid Schouteten is dezelfde mening toegedaan.
Hij weet niet wat de consequenties zijn hij gelooft echter niet dat men zo
maar met deze peuters in de brandweerkazerne kan gaan.
Als de mogelijkheid desondanks aanwezig is moet men deze noodoplossing zeker
benutten.
De voorzitter beantwoordt hiérna de verschillende sprekers.
Punt 6 bereft de onthouding van goedkeuring aan de 18e begrotingswijziging
1980.
In de brief staat "vooralsnog onthouding van goedkeuring".
Daarover is indertijd contact geweest met de provinciale griffie.
Het antwoord van B. en W. is op 2 februari bij de griffie ontvangen,
het besluit van Gedeputeerde Staten is van 3 februari.
Bij de provincie is de werkwijze zo dat éen stuk dat op de rol staat, voor
de vergadering van 3 februari niet op 2 februari daarvanaf gevoerd kan wor
den.
De voorzitter heeft daarover persoonlijk contact gelegd en nu is het zo dat
"vooralsnog" ingewisseld kan worden middels een briéf waarin de nodige infor
matie is vermeld.
De begrotingswijziging kan worden goedgekeurd, het is louter een kwestie van
termijnen geweest.
In beroep gaan bij de Kroon heeft totaal geen zin.
De voorzitter verklaart hierna dat het college getroffen is door het feit
van de brand zelf waardoor een aantal verenigingen zo onverwachts en zo ra
dicaal zijn getroffen in hun materiële belangen.
Hij neemt aan dat ook de raad het-AP voelt,, hetgeen blijkt uit de belang
stelling die zich toespitst op Duimelotje.
De andere gedupeerde verenigingen zijn direct tot daden overgegaan en heb
ben elders een acceptabel onderdak gevonden.
Het college doet zo veel mogelijk om te helpen.
Ten opzichte van Duimelotje zijn er contacten gelegd met de Berk.
Zoals reeds werd gememoreerd heeft het bestuur 3 ochtenden aangeboden.
Duimelotje zegt daaraan niet voldoende te hebben, zodat er nu een andere op
lossing gezocht moet worden.
De suggestie om het brandweerlokaal te gebruiken zal door het college echter
niet worden opgevolgd en wel op grond van artikel 209 van de gemeentewet dat
de zorg en beheer van gemeenteeigendommen aan burgemeester en wethouders op
draagt dus ook de zorg voor de veiligheid.
Als het college deze ruimte aan iemand beschikbaar stelt is het college ver
antwoordelijk, zeker in het geval van deze peuters kunnen burgemeester en
wethouders deze verantwoording niet op zich nemen.
*51t betekent niet dat het college stil zit. De gedachten gaan uit naar het
treffen van een noodvoorziening, mogelijk op korte termijn.
Het college zal t.z.t. met voorstellen in de raad komen als kredieten be
schikbaar gesteld moeten worden, een accommodatie moet worden aangekocht of
als een huurovereenkomst moet worden aangegaan. Er wordt hard aan gewerkt,
maar men kan een accommodatie niet zomaar uit de mouw schudden.
Het instructielokaal van de brandweer acht hij absoluut ongeschikt voor
peuterspeelzaal.