Hij vraagt zich hierna af hoe "burgemeester en wethouders de vei ligheid van de daar wonende "burgers denken te garanderen als mocht "blijken, dat het permanent wonen een grotere vlucht neemt dan het college vermoedt. Daarnaast vraagt hij zich af of het college van zijn ontruimings bevoegdheid gebruik zal maken als geconstateerd wordt dat er per sonen verblijven, die geen toestemming hebben gekregen. Het raadslid Looijen verklaart hierna sterke aanwijzingen te hebben, dat het permanent bewonen veel groter is dan het aantal dat het college in het antwoord op vraag 11 opgeeft. Hij heeft al een zekerheid van 9 personen, terwijl hij de sterke indruk heeft dat er daarnaast nog zeker 10 anderen zijn. Zijn fractie heeft ook onderzocht welke mogelijkheden mensen hebben om permanent in een huisje te wonen en tegelijkertijd de schijn op te houden, dat dit niet het geval is. Deze manier is slim bedacht en het is heel goed denkbaar, dat daar bij een onderzoek niet ge makkelijk achter te komen is. Naar aanleiding van het antwoord op vraag 12 vraagt hij of dit ook geldt als men binnen de gemeente verhuist. Hij vraagt tevens of de burger zich ook moet laten uitschrijven als deze naar een andere gemeente of land gaat. Moet daarbij ook het nieuw adres worden op gegeven en zo ja binnen welke termijn moet dit alles gebeuren? Spreker vraagt hierna bevestiging van zijn vermoeden, dat het col lege bij de beantwoording van vraag 14, welke vraag betrekking heeft op het rioleringsstelsel op de camping, dat de waterzuive ringsinstallatie te klein is, zodat deze vergroot moet worden als de camping aansluit met alle financiële gevolgen van dien voor het waterschap. Verder vindt hij het jammer, dat geen antwoord is gegeven op de vraag of het college het met de P.v.d.A.-fractie eens is dat ver schillende mensen in het dorp zich gegriefd zullen voelen door het feit, dat in afwijking van voorschriften en verordeningen toe stemmingen zijn verleend voor permanente bewoning, terwijl zij geen toestemming verkrijgen voor kleine afwijkingen van andere voor schriften. Er zijn naar zijn mening voldoende voorbeelden hard te maken, dat mensen, die zich niet gehouden hebben aan de voorschriften, daar terecht op gewezen zijn en later met financiële schade op hun puntjes zijn gezet. Hij vindt dit in verhouding tot hetgeen op de camping gebeurt een contradictio. Hij hoopt dat het verlenen van vrijstellingen slechts een tijdelijke zaak is en dat deze niet zal escaleren, vooral waar hij vernomen

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1981 | | pagina 134