verschillen in, zeker rekening houdende met de verschuldigde
inkomstenbelasting.
Het werk in Bergen op Zoom, waar in het fractieverband de
raadsleden het werk kunnen verdelen is het raadswerk zeker
niet zwaarder dan in Putte. Daartegenover draagt de raads-
vergoeding daar 17.000,tegen 3.000,in Putte.
Hij vraagt zich af waarom de raadsleden in Putte minderwaardiger
zouden zijn dan die uit Bergen op Zoom. Hij ziet daarom in deze
aanvullende fractievergoeding een mogelijkheid om beter te
kunnen functioneren. Op verzoek van het raadslid Looijen wordt
het voorstel van burgemeester en wethaders in stemming gebracht.
De leden de Bruijn, Mevrouw Emke, van Wees, Ketelaars, A. Buijs,
de Eu, Huijbrechts en L. Buijs zijn voor het voorstel en de leden
Schouteten en Looijen tegen zodat het initiatiefvoorstel is
verworpen.
10. Voorstel tot vaststelling van de definitieve afrekening van het
bedrag per leerling ex art. 101 der Lager-onderwijswet 1920 over het
jaar 1979.
Zonder dat iemand stemming verlangt wordt overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
11. Voorstel tot vaststelling van de definitieve afrekening ex art.
101 bis der Lager-onderwijswet 1920, vakleerkrachten nuttige
handwerken en muziekonderwijs over het jaar 1979.
Zonder dat iemand stemming verlangt wordt overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
12. Voorstel tot het verlenen van subsidies voor 1981.
Wethouder Buijs merkt in zijn algemeenheid het volgende op.
Voor de verenigingen, stichtingen of instellingen die niet tijdig
hun aanvraag om subsidie of hun begroting hebben overgelegd
is in de concept-begroting een bedrag van 40.000,opgenomen,
om geen scheef beeld in de begroting te krijgen.
Nagekomen subsidieaanvragen zullen eerst in de commissie financiën
worden behandeld waarna het college een voorstel aan de raad zal
doen.
Het raadslid Mevrouw Emke betreurt de gang van zaken. De verenigingen
hebben allemaal bericht gekregen van het tijdstip waarvoor de sub
sidies moesten worden aangevraagd. Als er dan 10 verenigingen
achterblijven acht zij dit een heel vreemde zaak.
Zij vraagt zich af wat daarvan de reden is. Van een vereniging
heeft zij gezien waarom de subsidieaanvraag te laat is ingediend.
De andere verenigingen zijn gewoon te laat.
Zij vraagt zich af waar men blijft. Zo kan men het hele jaar door
bezig blijven om subsidies te verlenen. Zij is daar erg op tegen.
Het raadslid Looijen vraagt zich af waarom het college nog niet
gekomen is met voorstellen op grond van de rijksbijdragenregeling
sociaal cultureel werk. Als het college met een plan komt, kunnen
de verenigingsbesturen worden uitegenodigd en kan gezamenlijk
een plan de campagne worden opgesteld, waardoor voorkomen wordt,
dat besturen in de problemen geraken en kan bereikt worden dat
subsidiëring beter kan gaan verlopen. Wethouder Buijs verklaart
dat het college de gang van zaken ook betreurt, maar het is niet ander
Het raadslid Mevrouw Emke heeft de indruk dat de verenigingen maar
een begroting indienen onder het mom van we zien wel.
Er bestaan geen richtlijnen. Zij heeft na de vorige commissiever
gadering een ontwerp-subsidieverordening voor de sportverenigingen