Stichting zich tot de Gewestraad en Provinciale Staten» Zolang dit werk niet is opgenomen in de Rijksbijdrageregeling voor maatschappe lijk werk, informatie en advies leek dat voor de Stichting de meest aangewezen weg omdat zij boven-lokaal werken: in de kantons Bergen op Zoom en Zevenbergen» Het dagelijks bestuur heeft een brief gezonden aan de deelnemende gemeenten met de vraag of zij een taak zien voor het Streekgewest» Het Streekgewest heeft op het vlak van het maatschappelijk werk geen uitdrukkelijke taak» Wethouder van Wees heeft als lid van het dagelijks bestuur van het Streekgewest tijdens een gesprek met leden van de Stichting reeds verklaard dat het dagelijks bestuur hier geen taak ziet voor het Streekgewest. Wel is toegezegd om de deelnemende gemeentebesturen de vraag voor te leggen hoe zij tegenover dergelijke subsidieverzoeken staan. Op de vraag van het raadslid Looijen waarom men geen verzoek om subsidie bij de provincie heeft ingediend antwoordt wethouder van Wees dat dit wel degelijk is gebeurd. Zowel bij het Streekgewest als bij de provincie is om 30.000,subsidie gevraagd» Be provincie heeft het subsidieverzoek afgewezen. Het raadslid Looijen verklaart, mede gezien de vaagheid, thans geen concrete uitspraak te kunnen doen. Het raadslid Mevrouw Emke verklaart moeite te hebben met deze aan vraag. Gaat het Streekgewest deze honoreren dan zullen er in de toekomst meer aanvragen komen en dan vraag je jezelf af waar je dan mee bezig bent» Wethouder van Wees beaamt dit. Uit reacties van diverse andere ge meenten mag worden geconcludeerd dat men hier nog geen taak ziet voor het Streekgewest» Op de vraag van het raadslid Looijen wat het voorstel van burgemeester en wethouders ter zake is, antwoordt wethouder van Wees dat het college, evenals de andere Zuid-Westhoekgemeenten geen taak zien voor het Streekgewest. Zonder dat iemand stemming verlangt wordt besloten om aan het Streek gewest mede te delen, dat vooralsnog geen taak voor het Streekgewest aanwezig wordt geacht. Het woord "vooralsnog" wordt toegevoegd op verzoek van het raadslid de Bruijn. 12. Rondvraag. Alvorens aan de rondvraag te beginnen beantwoordt de voorzitter eerst enige vragen, welke het raadslid Looijen tijdens de vergadering van 1 april gesteld heeft» Ten aanzien van het verhuren van bejaarden woningen verklaart hij het volgende: Zolang wij bejaardenwoningen hebben is er 66 keer een bejaardenwoning toegewezen. Baarvan zijn 16 bewoners uit een eigen woning gekomen, die ze verkocht hadden of gingen verkopen. Ik wil daarmee zeggen, dat die meneerx die bedoelt geen uitzondering was. Be vraag of meneer x in de bejaardenwoning in de Leliestraat woonde en zijn vrouw nog in de te verkopen woning, moet ik ontkennend beant woorden. Het is wel zo dat meneer x een paar dagen in de bejaarden woning aan het schilderen is geweest. Na het bericht in de krant is meneer x komen zeggen dat het voor hem niet meer hoefde en dat zij van verhuizen afzagen. Be woning is ondertussen aan een ander bejaard echt paar verhuurd. Op het moment dat wij de woning toewezen aan meneer x stonden er slechts drie bejaardenechtparen op de lijst van woningzoekenden. Baar was geen urgent geval bij. Toen hebben we gezegd, wie staat het langst op de lijst, Bie heeft het dan ook gekregen. Het raadslid Looijen blijft het,op grond van een verschijnsel dat hij onrechtvaardig vindt, gelet op de verhuur van woningen aan mensen, die hun eigendommen voor veel geld verkopen, niet juist achten. Op deze manier wordt door de gemeente meegeholpen aan het verkopen van

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1980 | | pagina 49