geval zal zijn. De bebouwing valt onder de overgangsbepalingen zodat er niets zal veranderen. Het raadslid de Erui.jn meent begrepen te hebben dat het advies van de stedebouwkundige afwijkt van het voorstel van burge meester en wethouders. De stedebouwkundige is van mening dat het meer op de weg van betrokkene ligt om in beroep te gaan. De voorzitter antwoordt dat hier ergens een kortsluiting is ontstaan. De stedebouwkundige gaat ervan uit dat voor het tuincentrum een artikel 19-verklaring is afgegeven. Dit is echter niet juist aangezien burgemeester en wethouders het plan destijds hebben getoetst aan het vigerende bestemmings plan "Plan in Hoofdzaken". Ten aanzien van de zoomweg verklaart het raadslid Looi.ien het een kleine overwinning te vinden dat juist door de bezwaren welke hij in het verleden ten aanzien van het plan Natuurge bieden naar voren heeft gebracht, Gedeputeerde Staten hun standpunt in deze hebben aangepast. Hij hoopt dat de Zoomweg zo snel mogelijk wordt aangelegd nabij het Schelde-Rijnkanaal en zo aansluitend op rijksweg 58. De voorzitter reageert hierop door te stellen dat de heer Looinen dit als een overwinning kan zien doch de gevolgen kan men dage lijks aan de grens zien. Het raadslid Looijen verklaart hierop dat hij hoopt dat de expresweg, welke waarschijnlijk eerder kan worden gerealiseerd dan een autosnelweg, zo spoedig mogelijk wordt gerealiseerd. Het raadslid de Ru hoopt dat nu zo spoedig mogelijk een ander definitief tracé wordt aangeduid. Het raadslid de Bruijn onderschrijft het voorstel van burge meester en wethouders. Hij betreurt het nog steeds dat het des tijds voorgestelde tracé niet in de bestemmingsplannen is op genomen want dan waren we nu misschien uit de puree geweest. Ten aanzien van het bebouwingsvlak op de sportterreinen ver klaart het raadslid Looijen duidelijk niet te kunnen meegaan met het voorstel. Hij voert hierbij als argument aan de hoge kosten welke een kleedaccomodatie met zich meebrengt. Een nieuwe kleedaccomodatie op het westelijk gedeelte lijkt hem dubbel op te gaan. Vooral daar de gemeente niet meer de allures van een grote stad heeft, mag dit ook op dit gebied

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1980 | | pagina 30