raadslid deel te laten nemen aan een commissievergadering als zijn fractiegenoot niet aanwezig kan zijn. Het raadslid de Ru verduidelijkt hierna zijn vraag die hij over de sport gesteld heeft. Zijn vraag luidt concreet: als op 31 december de particuliere initiatief nemer laat afweten, wacht het college dan weer op een nieuwe of komt het dan zelf met plannen. Hij vraagt zich hierna af of het raadslid de Bruljn alleen de Algemene beschouwingen van de V.V.D. heeft bekeken of dat hij ook die van de andere fracties heeft bestudeerd. Hij wil echter nog wel reageren op het punt informatie. Onlangs is gebleken dat er in het postkantoor een publicatiekast is gehangen waarvan hij niet op de hoogte was. Hij heeft dit in de krant gelezen anders zou hij het niet geweten hebben. Zo heeft hij ook uit de krant moeten vernemen dat er aan de grens verkeerstellingen worden verricht door de provinciale waterstaat. Hij verklaart niet te spreken te zijn over de informatie verstrekking zoals die het afgelopen jaar heeft plaats gevonden. Het raadslid Looijen reageert hierna op de verklaring van het raadslid de Bruijn. Het is altijd prettig voor een college als het zich zo geweldig ondersteund voelt door mensen die een hogere kwalificatie op het gebied van de politiek hebben dan de andere raadsleden die op een amateuris tisch peil moeten werken. Politiek is erg moeilijk en het is ook moeilijk om je op een subtiele manier uit te drukken. Ten aanzien van het antwoord van de voorzitter vraagt hij zich af of het college zich niet te gemakkelijk afmaakt van de problemen die nu gaan groeien bij de stijgende gasprijs voor de bejaarden die dit op geen enkele wijze gecompenseerd krijgen, terwijl er toch verschillende onder zijn die het alleen met een A.O.V.-uitkering moeten doen. Hij heeft de indruk dat het college wel met deze materie bezig is maar dan op een andere manier dan hier de punten aan de orde zijn. Deze mensen worden aan hun lot overgelaten omdat er mogelijk enigen zijn die niet willen snijden of steken. In deze situatie blijft de zaak zoals hij is hetgeen hij erg verontrustend vindt. Men moet er steeds rekening mee blijven houden dat er een calamiteit kan gebeuren, de installatie is van een dusdanige kwaliteit dat die het niet lang meer zal volhouden. In zo'n geval zal er toch iets moeten gebeuren hetgeen dan voor rekening van de gemeente komt. Hij geeft in overweging om te gaan kijken in de richting van vernieuwing van de installatie maar dan op een manier die van deze tijd is. Dan hoeft men ook niet aan de bewoners te vragen of ze het er wel of niet mee eens zijn. Ten aanzien van de Woonruimtewet moet het toch eenieder bekend zijn dat er een z.g. huurcommissie is die de huurprijzen vast stelt. Deze huurprijs is bindend, men kan hooguit nog naar de kanton rechter lopen. En dat hebben verschillende mensen in het verleden ge daan, die dachten dat ze te veel huur betaalden en met succes. Als het college op grond van dit argument meent dat de Woonruimtewet 1947 niet van toepassing kan worden verklaard, is dat een zwak argu ment en gaat hij geloven dat bij het college de wil niet aanwezig is. Voor de rest vindt hij het jammer dat het college geen standpunt wil innemen ten aanzien van zijn verzoek om de door milieugroeperingen aan Minister Ginjaar gevraagde versterking en uitbreiding van het meet apparaat in Putte te ondersteunen, want deze uitbreiding is werkelijk noodzakelijk. Aangezien hij werkzaam is in één van deze industriën is hij vrij goed op de hoogte van hetgeen er de lucht in kan gaan. Met deze wetenschap maakt hij zich ernstige zorgen over de luchtver ontreiniging.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1980 | | pagina 147