straat» En wij denken dat de boomsoort die nu in de Rozenstraat staat-een lijsterbes-zich daarvoor het beste leent. De milieuagent. Mijnheer de voorzitter, sinds geruime tijd beschikken we in onze gemeente over een "milieuagent" Wij zijn erg geïnteresseerd in het werk van deze functionaris en het resultaat wat hiermee bereikt is. Is het mogelijk om door het overleggen van periodieke rapporten aan de raad, daarin een inzicht te krijgen? Financiën. Dat de financiële positie van onze gemeente goed is, behoeft verder geen betoog» De vraag wat men met het geld allemaal kan doen voor o.a. de leefbaarheid en het welzijn van de inwoners, daarop komen we nog terug. Fiancieel beleid. Daar het financieel beleid in eerste instantie een taak is van het college van burgemeester en wethouders, willen we op het hoofdstuk financiën niet al te uitvoerig ingaan. Enkele punten willen we toch wel voor het voetlicht halen. Bij de aanbieding van de begroting voor 1980 stonden er 9 werken op het investeringsplan. Een is er gerealiseerd n.l. de kantine op "de Buizerd", en aan de andere kant is men met de uitvoering begonnen, de aula op de begraafplaats. Het verwondert ons, mijnheer de voorzitter, dat we in de investerings planning voor de jaren 1980 t/m 1984 geen enkel bedrag opgenomen zien voor de OoAoI» Gezien de vergevorderde plannen in deze zaak, vragen wij ons af waarom daarvoor niets is opgevoerd. We willen daarover graag nader informatie 0»R.GoBu Onze fractie blijft het betreuren, mijnheer de voorzitter, dater ondanks onze financieel gunstige positie en een raadsmeerderheid gevonden is om de O.R.G.B. te verhogen. Wel is ons tarief - we moeten het eerlijk toegeven - op een na het goedkoopste van alle gemeenten hier in de "Zuidwesthoek"» Toch vinden wij dat we ons niet te veel moeten spiegelen aan wat andere gemeenten doen in deze. Vergeleken met het reëel acres van 3«5?° dat de gemeenten onder het kabinet "Den Uyl" ten deel viel, is er onder dit kabinet sprake van een forse terugval en wel tot 1.5$. Met daarbij komende faktoren wel tot 1$. Als we dat bedrag overzien in de post incidenteel met de daarbij gestegen energie- en personeelskosten komen we globaal gezien op de nullijn te zitten. Met andere woorden: er zit geen ruimte meer in de begroting om nog iets te doen. Dat lijkt maar zo, mijnheer de voorzitter. Een overschot van 460.000,— in 1979 en een van 200.000,— in 1980, waarbij nog een saldi-reserve van 2.281„753»gesteld moet worden tegen een rentepercentage van 9$, betekent dat we een bedrag van 2.281.753, 200.000,— 2.481.753,-- a 9$ 223.577,-- aan de algemene middelen kunnen toevoegen. Vergelijken we dat met de opbrengst van de laatste verhoging van O.R.G.B. a 14.395,en het gevoerde beleid van de "ouwe sok", dan begrijpen we niet waarom de O.R.G.B. omhoog moest van 9,50 naar 9,85 per 3.000,

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1980 | | pagina 121