Het raadslid Looijen vindt het een vreemde zaak dat de raad over een orgaan spreekt waarvan niet precies kan worden nagegaan wie daarvan het bestuur vormt» Hij vraagt zich af of dit een groepering is die alleen acte de presence geeft middels de heer Ghelen. Hij kan niet goed hoogte krijgen van deze zaak. Hij vindt het een opgeblazen zaak in die zin dat politieke partijen posten gaan claimen of candidaten gaan aanbrengen wat niet de bedoeling kan zijn. Zijn fractie heeft met een briefhoofd van de Partij van de Arbeid een candidaat gesteld, hetgeen echter niet behoeft te betekenen dat deze man binding heeft met deze partij. Hij acht zijn candidaat zeker geschikt voor deze functie. Hij verklaart nogmaals dat zijn candidaat geen binding heeft met zijn fractie, dit in tegenstelling tot de andere buitenlanders die wel relaties hebben met het C.D.A. Het raadslid de Brui.jn verklaart dat zijn fractie niets heeft tegen de persoon van de Heer van Raemsdonck, maar het is niet zo dat alleen mensen worden voorgedragen die het C.D.A. een goed hart toedragen. De heer Beschliesser met name stond meer de ideeën van de V.V.D. voor. De voorzitter verzoekt tot stemming over te gaan. Uit de schriftelijk gehouden stemming blijkt, dat op de heer Charman 7 stemmen zijn uitgebracht en op de heer van Raemdonck 5 stemmen. De heer Charman is derhalve benoemd tot lid van de Commissie Algemene Zaken. Hij volgt de heer Beschliesser op. Uit de hierna schriftelijk gehouden stemming blijkt dat de heer A. Pat met algemene stemmen is benoemd tot lid van de Commissie Algemene Zaken. Hij volgt in deze Mevrouw Coornaert op. Het raadslid de Brui.jn stelt hierna voor het benoemen van een lid van de Commissie Openbare Verken aan te houden totdat de commissie buitenlanders weer een nieuwe candidaat naar voren brengt. Het raadslid Looi.jen stelt voor om de heer van Raemdonck te benoemen. Het raadslid A. Bui.is is ook van mening dat de benoeming moet worden aangehouden. Hij ziet niet in dat de heer Raemdonck ineens voor de commissie Openbare Werken wordt voorgedragen. Het raadslid Looi.jen oppert de mogelijkheid dat de heer van Raemdonck contact opneemt met de heer Ghelen, zodat diens candidatuur wordt overgenomen Het raadslid de Brui.jn verklaart dat de heer Ghelen altijd al con tactman is geweest voor de buitenlanders. Alle candidaten zijn steeds door hem naar voren gebracht. Hij vraagt zich af waarom deze werk wijze nu doorbroken moet worden. Het raadslid Looi.jen stelt voor de vergadering te schorsen om in contact te treden met de heer Ghelen, zodat waarschijnlijk nog in deze vergadering een nieuw lid kan worden benoemd. Allen gaan hiermee akkoord. Nadat de voorzitter de vergadering heeft heropend verklaart het raadslid de Bruijn dat uit het contact met de heer Ghelen gebleken is, dat deze nog in onderhandeling is met enige candidaten. Het zou erg onelegant zijn om staande de vergadering iemand te benoemen. Het raadslid Looi.jen sluit zich hierbij aan met het verzoek aan de heer Ghelen om ook de heer van Raemdonck op zijn aanbeveling op te nemen. 7. Standpuntbepaling inzake het totaalbeeld van de op te richten Gewestelijke Gezondheidsdienst. Het raadslid van Wees merkt op dat van zijn verklaringin de vergadering van de commissie Algemene Zaken nagenoeg niets is op genomen in het verslag van de vergadering. Ook is er van deze reacties en dat betreurt hij nog meer, niets terug te vinden in de standpuntbepaling zoals die thans is voor gelegd.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1980 | | pagina 103