Wethouder Huijbrechts antwoordt hierop dat, als men een nieuwe keuken koopt, men al deze apparatuur tegenkomt. Als men andere apparaten daarbij gaat kopen of inpast levert dit altijd problemen op, men zit met kieren of de apparaten staan scheef enz. Daarnaast is de huur, die voor een ambtswoning betaald moet worden, wettelijk vastgesteld en voor de huur die de burgemeester moet betalen mag wel iets fatsoenlijks verwacht worden. Het raadslid Looijen verklaart alleen gesproken te hebben over de prijs en niet over de soorten apparaten. Hij is van mening dat de familie van Erp zelf de kosten van deze voorzieningen moet betalen, zoals te doen gebruikelijk bij de meeste huurwoningen. Hij vraagt zich af waarom dit niet bij een ambtswoning kan worden gedaan. Hij voert hierbij tevens aan dat alle mogelijke voorziening aan een ambtswoning niet doorberekend mogen worden in de huurprijs. Dit kan wel een rechtmatige zaak zijn maar rechtvaardig is dit naar zijn mening toch niet vooral als men ziet dat elke voorziening aan een woninwetwoning direct een huurverhoging tot gevolg heeft. Elke verhoging van het burgemeesterssalaris heeft ook een verhoging tot gevolg maar dit neemt niet weg dat deze apparatuur door de familie van Erp zelf bekostigd moet worden. De voorzitter merkt op dat de wethouder een voorstel verdedigt ten behoeve van de ambtswoning der gemeente doch niet de woon gelegenheid van de Heer van Erp. De leden Looijen en Wiemes die ter plaatse zijn gaan kijken hebben zelf kunnen constateren, dat het gasfornuis en de koelkast die nu in de keuken staan, niet passen bij de nieuwe inrichting. Het voorstel omvat een inrichting die één geheel vormt. Het raadslid de Bruijn verklaart geen moeite te hebben met het voorstel. Haar zijn mening is dit een van de nadelen van het bezit van een ambtswoning. Een ambtswoning heeft een represen tatieve taak waarvan de keuken een wezenlijk onderdeel uitmaakt. Wanneer men een ambtswoning optimaal wil benutten zijn dit de consequenties De Heer de Ru verklaart dat zijn fractie minder moeite heeft met het voorstel. Hij acht de herinrichting noodzakelijk en gaat met het voorstel akkoord. Het raadslid A. Buijs verklaart dat zijn fractie eveneens akkoord gaat met het voorstel. Onder de aantekening dat de leden Looijen en Wiemes tegen het voorstel zijn daar het indienen van een amendement bij voorbaat wordt weggestemd wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Voorstel tot vaststelling van de 20e begrotingswijziging 1979 Krediet opschilderen gemeentehuis): Nadat wethouder Huijbrechts een korte toelichting heeft gegeven op het voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet ad 16.100,vraagt het raadslid A. Buijs of het schilderwerk wordt gecontroleerd. Wethouder Huijbrechts antwoordt hierop dat de V.V.O. het toezicht zal houden tijdens de schilderwerkzaamheden. De vraag van het raadslid Looijen of in het krediet een bedrag is opgenomen voor binnenschilderwerk en zo ja of dit ook door Rekkers zal worden uitgevoerd, wordt door wethouder Huijbrechts bevestigd. Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1979 | | pagina 70