heeft gezien van het 2e plan.
De voorzitter reageert hierop door te verzoeken om zwart op wit
aan te tonen dat dit niet zo is. Het raadslid de Ru zegt toe
hiervoor te zullen zorgen. Hij vraagt of het mogelijk is om een
fotocopie te krijgen van de brief van de P.P.D. waarna hij zal laten
uitzoeken of dit zeker zo is.
Hierna leest de voorzitter de brief van de P.P.D. verder voor:
Naar aanleiding van het verzoek van de voorzitter van Uw college
d.d. 8 februari 1979 niet betrekking tot het voornemen om in Uw ge
meente een tennishal te realiseren heeft de commissie voor de ge
meentelijke plannen zich in haar vergadering van 8 mei hierover
beraden. Ik kan U terzake van het standpunt van de commissie het
volgende berichten. Inzake de problematiek van de totstandkoming van
tennishallen is er momenteel bij de Provinciale Planologische Dienst
een onderzoek lopende daar de commissie de laatste tijd een groot
aantal aanvragen heeft bereikt van gemeentezijde om medewerking te
verkrijgen voor de realisering van overdekte tennishallen.
Aangezien het hier een ontwikkeling betreft die zowel consequenties
heeft voor de stedebouwkundige structuur als de verzorgingsstructuur
van de Brabantse kernen is een duidelijker standpuntbepaling van de
commissie noodzakelijk. Op grond van de huidige inzichten die ge
formuleerd staan in het streekplan voor Oost- en Midden-Brabant
alsmede in de Nota Ruimtelijke Hoofdstructuur voor West-Brabant^welke
nota momenteel nog slechts de status heeft van een discussienota,
komt de commissie tot de conclusie dat elementen van grootschalige
aard, waartoe ook tennishallen worden gerekend, mede gelet op het
draagvlak aan inwoners, dat nodig is om voor deze hallen een bevredigende
exploitatie mogelijk te maken, bij voorkeur in de stedelijke gebieden
en de regionale centra moeten worden gesitueerd. De commissie vindt dan
ook dat de kern Putte in genendele kan voldoen aan het minimumdraagvlak
dat voor de totstandkoming van overdekte tennishallen gesteld wordt
en welk draagvlak in de orde van grootte van 25.000 tot 40.000 inwoners
ligt. Vooruitlopend op de standpuntbepaling inzake de problematiek
van deze hallen in zijn algemeenheid kan nu al gesteld worden, dat een
plan tot realisering van een tennishal in Uw gemeente van de zijde van
de commissie op onontkoombare bezwaren zal stuiten.
Het raadslid Mevrouw Emke reageert hierop door te stellen dat er steeds
gesproken wordt over overdekte tennishallen maar dat is volgens haar
niet de opzet van het plan. Zij dacht dat het een sporthal betrof waar