overzicht te geven op grond van wat zij voorstander zijn van de bouw door een particulier. De voorzitter antwoordt dat nu aan de orde is of burgemeester en wethouders en namens burgemeester en wethouders de voorzitter, voldoende informatie heeft gegeven: Volgens het lid de Ru blijkt uit de notulen van de raadsvergadering dat dit antwoord TJ niet bevredigt in verband waarmee U een vraag zou voorleggen aan de raad. Ik heb toen gezegd:die vraag zie ik met belangstelling tegemoet en dit agendapunt is nu aan de orde en niet het al dan niet bouwen van een sportzaal door de gemeente. Het raadslid Looijen is van mening dat de gemeenteraadsleden de laatste jaren verschillende malen gemerkt hebben dat de voorzitter een constante verbinding houdt met de provincie om de diverse voor stellen vanuit de raad of vanuit de gemeenschap op een informele manier bij de hogere instanties aan de orde te stellen. Tot zijn leedwezen vindt hij de laatste jaren dit soort zaken op deze manier behandeld. Het is misschien voor bepaalde zaken wel beter omdat daardoor de tijd bekort wordt tussen het besluit en de uitvoering. Maar het is wel zo, dat iemand, die een bepaald pro of contra heeft Ajf voor een zaak, hetgeen nog altijd niet hoeft te laten blijken, dit in een onderonsje met een ambtenaar op de provincie toelichten kan, al naar gelang de wens, welke op dat moment bij de persoom leeft. In dit geval kan dit bij de voorzitter zijn, omdat deze als hoofd van de raad en het college de plannen toelicht bij de verschillende departementen en bij de provinciale diensten. Hit is niet de weg die zou moeten worden bewandeld. Als alle bur gemeesters van de grote gemeenten dit zouden doen, dan zouden ze be hoorlijk in tijdnood komen. Hij heeft het sterke vermoeden dat de voorzitter hier aldus heeft ge handeld, omdat er geen enkel schriftelijk stuk is, inzake het 2e plan van van Rooijen, waaruit het bewijs zou blijken, dat de plannen inder daad formeel zijn ingediend en dat deze langs de normale hierachieke weg behandeld zouden zijn. Hierna verklaart de voorzitter dat deze aangelegenheid tijdens de vorige raadsvergadering aan de orde is geweest. Hij heeft toen gezegd dat er een bespreking is geweest met de P.P.B^ van welk gesprek hij aantekeningen heeft gemaakt. Na afloop van de bewuste vergadering heeft hij het raadslid de Ru

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1979 | | pagina 49