-2-
2. Het college van burgemeester en wethouders verzoeken alsnog,
zo spoedig mogelijk, de plannen van de Heer van Rooi.jen voornoemd
officieel schriftelijk ter goedkeuring aan de P.P.D. van de Provincie
Noord-Brabant te willen voorleggen.
Het raadslid de Ru verklaart, dat hen is gebleken, dat de bevolking
van Putte behoefte heeft aan een sportzaal. Er zijn twee mogelijkheden:
een gemeentelijke of een particuliere sporthal.
Be V.V.D. is vo'ór een sporthal en steunt het particulier initiatief.
De plannen van het college voor de bouw van een gemeentelijke
sportzaal is financieel geen haalbare zaak.
Hij geeft hierna een overzicht van de financiële consequenties.
Het kapitaaloverschot volgens de staat G bedraagt 1.167.000,
De voorzitter valt het raadslid de Ru in de rede door te stellen,
dat het niet over deze situatie gaat, doch dat dit t.z.t. aan de
orde komt.
Het antwoord dat hij tijdens de raadsvergadering van 1 mei gaf was
niet voldoende.
Nu vraagt U om deze zaak schriftelijk aan de orde te stellen,
aangezien er volgens Uw mening iets niet juist zou zijn, want bij
de P.P.D. zou van de betreffende aanvraag niets bekend zijn.
Op de vraag van het raadslid de Ru of hij een toelichting mag geven ant
woordt de voorzitter dat het nu niet gaat over de financiën van
de gemeente, maar dat het gaat over de zaak "van Rooijen", maar
niet over het al dan niet bouwen door de gemeente
Als de Heer van Rooijen een sportzaal wil bouwen, zal iedereen daar
erg gelukkig mee zijn daar is de raad voor en daar zijn burgemeester
en wethouders voor.
Hij vraagt aan het raadslid de Ru om het verzoek toe te lichten, maar
niet de vraag over het al dan niet bouwen door de gemeente aan de
orde te stellen.
Het gaat erom of hij als voorzitter wel of niet voldoende informatie
heeft gegeven en of deze juist was.
De Heer de Ru antwoordt hierop, dat de voorzitter hem geïnformeerd
heeft. Hieruit blijkt volgens zijn fractie dat het plan niet offi
cieel is ingediend; hij heeft in verband hiermede tijdens de laatste
raadsvergadering over deze zaak gediscussieerd.
Hij blijft op zijn standpunt staan en daarom heeft zijn fractie
samen met het raadslid Looijen het verzoek ingediend om het plan
alsnog kenbaar te maken aan Gedeputeerde Staten.
Daarbij heeft hij naar zijn mening het recht om een financieel