niet dat de gemeente die fout gemaakt heeft. Hij stelt ook niet, dat
Gedeputeerde Staten die fout gemaakt hebben. Maar er is zonder meer een
fout gemaakt. Hij wil daarom precies weten waar deze fout gemaakt is
en stelt derhalve voor om alsnog schriftelijk te verzoeken hoe de zaak
er voor staat of dit plan nu wel of niet bekend is bij de P.P.B..
He voorzitter verklaart aantekeningen te hebben van de laatste bespreking
met de Heer Gels. Be Heer van Rooijen kan deze aantekeningen bij hem
komen inzien en U kunt de Heer Gels bellen.
Het raadslid de Ru verklaart dat hij de Heer Gels niet behoeft te bellen
daar de Heer Siepman van alle zaken bij de P.P.B. op de hoogte moet
zijn, vooral daar alle plannen door de commissie behandeld moeten worden
en niet door één ambtenaar. Zowel Gedeputeerde Siepman als de voorzitter
van de commissie weten van een plan van Putte niets af.
Hij vraagt daarom nogmaals om schriftelijk te vragen hoe deze zaak erbij
staat. Be voorzitter antwoordt hierop dat het plan informeel is ingediend
en dat burgemeester en wethouders informeel antwoord krijgen.
Hierna verzoekt het raadslid de Ru of het College zo goed wil zijn om
het plan nu officieel in te dienen. Be voorzitter heeft namelijk ook
uitdrukkelijk tegen de Heer van Rooijen gezegd dat het beter is om het
plan officieel in te dienen aangezien dit het beste is.
Be voorzitter antwoordt hierop dat dit per se niet waar is.
Hij heeft met de Heer van Rooijen afgesproken dat het plan informeel zou
worden ingediend. Hij komt de Heer van Rooijen regelmatig tegen doch deze
heeft bij hem nog nooit geïnformeerd naar de stand van zaken.
Het raadslid de Ru meent dat dit wel het geval is geweest en wel op 10
april j.l.. Het komt hem allemaal erg vreemd over en stelt voor om alsnog
schriftelijk aan Gedeputeerde Staten om een uitspraak te vragen.
Be voorzitter verklaart hierop nogmaals dat het plan conform de afspraak
met de Heer van Rooijen informeel is ingediend.
Naar aanleiding hiervan verklaart het raadslid de Ru dat zijn fractie een
officiële vraag in de raadsvergadering aan de orde zal stellen of
burgemeester en wethouders alsnog bereid zijn om officieel aan te vragen
of de sporthal van de Heer van Rooijen er wel of niet mag komen.
Hierna worden de notulen onder dankzegging aan de samensteller vastgesteld.
4. Ingekomen stukken;
a. Circulaire van de Voedingsbonden P.N.V. inzake de problemen rond de
melkventerij bij zuivelonderneming Campina;
b. Besluit van Gedeputeerde Staten, houdende goedkeuring van de verkoop
van de woningwetwoningen Schaepmanstraat en Pastoor Bierickxstraat 2
aan resp. B. Purr en C. van Loon;
c. Besluit van Gedeputeerde Staten, houdende goedkeuring van:
2e begrotingswijziging 1979 (geldlening Grenswachters);
5e (verlichting ijsbaan);
4e bouwrijpmaken gronden);
5e (aanleg voetpad Keizerstraat);
6e (straatverlichting Molenstraat)
7e 11 (plaatsen abri bij Albert Heijn);
9e 11 (aankoop stil alarm brandweer);
11e 11 (aanleg trimbaan);
15e (vakleerkracht godsdienstonderwijs);
d. Besluit van Gedeputeerde Staten, houdende toestemming tot het aanleggen
van een algemene begraafplaats;
e. Nota Onderwijsbegeleiding van Gedeputeerde Staten;
f. Mededeling van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant inzake de
goedkeuring van 2 begrotingswijzigingen;
g. Mededeling van het Woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant inzake
goedkeuring van de begrotingswijzigingen 6 en 7 van het jaar 1978;
h. Circulaire van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten inzake het
rondzenden van moties met verzoek om adhesie;