Uit de begroting blijkt dat er grote kosten aan zijn verbonden en de eerste demonstratie zal plaatsvinden op 16 maart wanneer de Staten verga deren. Het raadslid Looijen verwacht wel dat dit voorstel een meerderheid zal halen in deze raad en dat ligt dan wel aan diegenen die min of meer zich als slippendragers van het C.D.A. opstellen. Wij zijn volledig tegen, want in principe is dit een particuliere organisatie, die op grond van een Brabantia nostra-achtige manier zeer geëmotioneerd vindt dat je brabant niet bestuurlijk kan opdelen. Hij stelt dat deze organisatie zich in feite toch ook zou moeten uitspreken tegen de gewestvorming en tegen die grotere bestuurlijke bevoegdheden die die gewesten dan natuurlijk gaan krijgen. Maar hij vermoedt dat er wel iets anders achter zit. Hij denkt, dat een kleine en zeer sterke machtsgroep die al vele jaren in Brabant de lakens uitdeelt, dat die vindt dat daar onder geen beding ook nog maar een pietpeutertje af mag natuurlijk. Bat moet blijven zoals het is, niet zozeer omdat Brabant één moet blijven, maar hun invloed moet blijven zoals die nu is en daar gebruiken ze elk middel voor, en daar hebben zij natuurlijk ook mensen voor die daar voor willen zorgen. En dit moet natuurlijk goed gebracht worden middels reclame, folders enz. maar het ergste van al is dat dit met gemeenschapsgelden moet gebeuren. Hij vindt het toch wel knap dat men dat voor elkaar krijgt. Deze mensen zouden eigenlijk thuis horen in de zakenwereld. Misschien zijn het ook wel zakenlui. Be Voorzitter antwoordt hierop, dat als men de namen van deze mensen be kijkt men wel weet dat ze niet zo zijn. Overigens vindt hij het jammer dat wij maar één groep kennen die naar macht streeft. Hij zegt er nog wel een andere te kennen die dit op allerlei manieren doet. Dit is in ieder geval een heel respectabele groep. Het raadslid Mw. Emke-Langeveld zegt er geen bezwaar tegen te hebben dat men gaat manifesteren. Zij vindt alleen dat men als gemeente daar geen geld aan mag geven. Be Voorzitter zegt, dat ieder daar zijn mening over mag hebben, en vraagt of er nog andere raadsleden terzake het woord verlangen. Het raadslid de Bruijn wil hierover nog een opmerking maken. Hij stelt dat gewestvorming een vorm is van verlengd lokaal bestuur. Hij krijgt daar naast toch wel de indruk dat diegenen die voor opdeling van Brabant zijn, meestal niet-Brabanders zijn. Het raadslid Looijen zegt dat dit zo een beetje op nationalisme gaat lijken. Het raadslid de Waal deelt mede, dat die 500,voor hem geen punt zijn. Hij vindt dit een belachelijk bedrag vergeleken bij die 55 miljoen die men spendeert aan de europese gemeenschap. Be Voorzitter brengt hierna op verzoek van de raadsleden Mw. Emke-Lange veld en J. Looijen het voorstel in stemming. De raadsleden H. de Bruijn. H. van Wees, Ph.KetelaarsJ. de Waal, A. Buijs alsmede de wethouders L. Buijs en F. Huijbrechts stemmen voor het voorstel van B en W terwijl de leden Mw. Emke-Langeveld, J.Looijen, D. Wiemes en L. de Ru tegen het voorstel stemmen. 9. Voorstel tot het verlenen van subsidie voor het geven van godsdienst onderwijs aan de scholen. Be Voorzitter stelt dit agendapunt aan de orde. Hij deelt mede, dat dit agendapunt betreft a. een aanpassing van de betreffende verordening en b. de vaststelling van de betreffende begrotingswijziging. Hij geeft hierbij een uitvoerige toelichting en vraagt hierna of iemand terzake het woord verlangt. Het raadslid Looijen zegt dat zij in 1976 inderdaad voor subsidieverlening van 75% van de subsidiabele kosten hebben gestemd en hebben er toen ook nadrukkelijk bij gezegd waarom. Er is toen gesteld door ons, dat wanneer er mensen komen van andere gezindten moeten deze hier ook een beroep op

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1979 | | pagina 31