van het raadslid van Wees over het Streekgewest niet geheel begrijpt. Hij heeft gelijk dat de raadsleden vooraf de agenda kunnen inzien, maar momenteel spelen er niet zoveel zaken in de gewestraadvergaderingen. He Heer van Wees heeft verklaard dat hij door de vertegenwoordigers van de Zuid-Westhoek gemeenten is voorgedragen. Hij vraagt zich echter af of deze vertegenwoordigers aan hun gemeente raden hebben kennis gegeven van dit voornemen. Of handelen zij allen op persoonlijke titel?" vraagt hij zich af. Hij had het een kleine moeite gevonden dat de Heer van Wees had mede gedeeld dat men hem candidaat ging stellen, en dat zijn candidatuur werd ondersteund door de andere Zuid-Westhoek gemeenten. Naar zijn mening zijn de vertegenwoordigers van deze gemeenten geest verwanten van de Heer van Wees en die hem op grond hiervan hebben ge kozen. Hij hoopt dat men binnen zeer afzienbare tijd over gaat tot recht streekse verkiezing van de gewestraadsleden in plaats van deze getrapte verkiezing. Hierdoor zullen ook de andere partijen beter aan hun trekken kunnen komen. Be voorzitter antwoordt naar aanleiding van de opmerking van het raadslid Looijen ten aanzien van de marktgelden dat de begroting in september is opgesteld. Er is geen rekening gehouden met de hogere opbrengsten o.a. van de jaarmarkt. In de loop van 1980 zullen deze bedragen worden aan gepast en dan zal blijken dat er wel winst gemaakt wordt op dit onderdeel van de gemeentebegroting. Wethouder Buijs vult hierbij aan dat de heer Looijen ook de kapitaals- lasten ad 22.000,heeft meegenomen. Bat is echter niet juist, aangezien deze niet geheel ten laste van de markt komen. Het raadslid Looijen verklaart met deze zienswijze akkoord te gaan, aangezien de gemeente toch voor een parkeerplaats had moeten zorgen ook al zou er geen markt in Putte zijn. Ten aanzien van de opmerking over het parkeren van vrachtwagens en de plaatsing van reclameborden zegt de voorzitter toe deze in de verdere besprekingen mee te betrekken. Bat het college niet met voorstellen voor de invoering van een bouwgrond belasting is gekomen vindt zijn oorzaak in het feit dat het college in het verleden deze aangelegenheid tot 2 maal toe aan de orde heeft gesteld, maar beide malen vond dit geen gehoor bij de raad. Tijdens het werk bezoek van de Commissaris der Koningin is duidelijk naar voren gekomen dat Gedeputeerde Staten geen goedkeuring meer zullen verlenen aan bestemmingsplannen, als de exploitatie niet sluitend is. Bestijds is reeds door het college gesteld dat bij het eerstvolgende bestemmingsplan plannen voor de invoering van een bouwgrondbelasting zullen worden be sproken met de Gemeenteraad. Voor wat betreft de Volkshuisvesting en Woonruimtewet kan naar zijn mening in Putte niet worden gesproken van een woningnood. Er is wel een lijst van woningzoekenden doch hierop staan ook een aantal candidaten die pas in de loop van 1980 of 1981 een woning wensen te huren. Hij wil deze lijst graag voor de raadsleden ter inzage, zodat deze kunnen nagaan welke candidaten op deze lijst staan. Voor wat betreft de opbrengst verkochte gronden is de voorzitter van mening dat de door het raadslid Looijen opgegeven totaalbedragen ad 6.000.000,bruto-opbrengsten zijn. Netto bedraagt de winst op de verkochte gronden ongeveer 2.000.000, Het raadslid de Ru dankt het college op de eerste plaats voor het antwoord op zijn algemene beschouwingen. Ten aanzien van het prioriteitenschema merkt het raadslid de Ru op dat ook wensen van zijn fractie in vervulling zijn gegaan, desondanks blijft hij van mening dat de gemeente er financieel goed voor staat en dat een verhoging van de onroerend-goedbelasting derhalve niet verantwoord is. Over het bestuur heeft zijn fractie opgemerkt dat de stukken voor de commissie-vergaderingen soms onvolledig zijn. Bat is gewoon zo, o.a.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1979 | | pagina 160