om binnen afzienbare tijd aan te kunnen sluiten op het kabelnet van Integan. Reeds sedert 1975 is de rraad met een centraal antenne systeem bezig en met Integan sedert augustus 1977. Ten aanzien van de woningbouw merkt hij op dat al jaren bekend is hoeveel grond voorradig is Hij kan daarom niet begrijpen waarom het college al niet eerder is gekomen met voorstellen om een Bouwgrondbelasting in te voeren. Het is genoegzaam bekend dat er jaren overheen gaan voordat alles rond is, ook met zo'n bouwgrondbelasting, want men zal ook grond moeten verwerven om de straten aan te leggen. Zijn fractie verwacht dan ook zo spoedig mogelijk voorstellen voor de invoering van een dergelijke belasting en voor een bestemmingsplan voor de gronden ten noorden van de Hogebergdreefwaarna men wel zal moeten onteigenen voor minimaal de straten. Waarom is men zo bang van onteigening; de prijs die men dan betaald krijgt is toch redelijk en rechtvaardig; woekerprijzen zullen nooit betaald mogen worden. Ten aanzien van de renovatie van de woningen in de Nieuwstraat en Breestraat merkt het raadslid Looijen op dat de betreffende stukken inderdaad ter inzage hebben gelegen. Vanwege zijn vakantie heeft hij hiervan echter geen kennis kunnen nemen. Overigens vraagt hij zich af of bij het college bekend was hoeveel mensen moesten deelnemen aan de renovatie om voor subsidie in aanmerking te komen. Wat men ook in het college zegt, deze huizen verblijven in een slechte toestand. Zijn fractie krijgt de indruk dat het college zichzelf een brevet van onvermogen wil geven: als de woningen niet slecht geweest waren dan zou het college nooit met een voorstel tot renovatie zijn gekomen. Zijn fractie is echter weeral dankbaar voor de toegezegde medewerking om deze huizen op te knappen. Wat de huurcommissie betreft zou het college eens moeten informeren bij de huurders hoe de leden van deze commissie deze huizen hebben bekeken. Zijn fractie staat zeer positief tegenover het instituut huurcommissie maar voor de commissie die in Bergen op Zoom zitting heeft, heeft hij geen goed woord over; daar zou een bezem doorheen moeten. Het optreden van deze heren tart elke beschrijving, in één woord waardeloos. Hij kan zich niet voorstellen dat het college van mening is dat er in Putte geen huisvestingsprobleem is. Of dat de 70 woningzoekenden geen realiteit zijn. Zijn fractie schrijft duidelijk in de algemene beschouwingen ten aanzien van de ook in Putte toenemende vraag naar huisvesting en een billijke verdeling daar van opteren zij duidelijk wederom voor de invoering van de Woonruimte- wet 1947. Zij blijven hiervoor opteren zolang er geen betere regeling is en hebben hun hoop derhalve gevestigd op de nieuwe burgemeester. Als de voor zitter hiervan voorstander was geweest dan zouden ook de beide wethouders zijn meegegaan. Er zijn nog steeds zaken die de gemeente niet kan re gelen en als de Stichting Regionaal Woningbezit en het Sociaal Ponds Bouwnijverheid hun overeenkomst opzeggen dan heeft de gemeente totaal nietsmeer te zeggen daar Putte een geliberaliseerd gebied is. Het raadslid Looijen verklaart tevreden te zijn met het antwoord van bur gemeester en wethouders over de financiën. Men kan het antwoord van het college dusdanig interpreteren dat de verkoop van de gronden in de verschillende bestemmingsplannen erg veel geld heeft opgebracht. B.v. in het plan "Hoge Berg" werd een bedrag begroot van 1217.43522 Als daarnaast het Complex I wordt geplaatst met een bruto-opbrengst van 6.000.000,(de fase van de oude voetbalvelden, ruw geschat 2.500.000,daarnaast 3 percelen in de Eikenlaan, die niet ver koopbaar bleken ad 370.000, alsmede de overige gronden). Het komt hem voor dat dit voor de gemeente Putte een geweldige onder steuning is. Hierna verklaart het raadslid Looijen dat hij de opmerkingen

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1979 | | pagina 159