-25-
Naar aanleiding van hetgeen het raadslid de Bruijn in
zijn algemene beschouwingen verklaard heeft ten aanzien
van de openbare straatverlichting, zegt het raadslid
Looi.ien dat het vroeger uitdraaien van de straatverlich
ting in de Rozenstraat reeds nu plaats vindt daar de
verlichting in deze straat reeds veertien dagen niet
brandt
De voorzitter verklaart hierop dat hij openbare werken
opdracht zal geven de verlichting te laten nazien.
Hij verklaart hierna dat de antwoorden van burgemeester
en wethouders op de algemene beschouwingen zullen worden
gegevens tijdens de behandeling van de begroting op
11 december a.s.
Hij sluit hierna dit agendapunt af.
19a. Motie Partij van de Arbeid.
Alvorens met de rondvraag te beginnen, verklaart de voor
zitter dat hij een brief heeft ontvangen van de Partij van
de Arbeid waarbij verzocht wordt op korte termijn met een
voorstel aan de raad te willen komen ten aanzien van de
algemene verkoopvoorwaarden voor bouwterreinen der gemeen
te Putte.
Het college heeft gemeend,met verwijzing naar artikel 27
van het Reglement van Orde, om dit schrijven te stellen
in handen van de commissie A.Z. en dan komt dit punt
binnen 3 maanden in de raad aan de orde
Zonodig met de adviezen van de commissie en van burgemees
ter en wethouders. Dit is naar zijn mening de juiste weg.
Het raadslid Looijen antwoordt dat dit inderdaad zo is
maar dat het stuk een verzoek aan de raad inhoudt om een
principe-uitspraak te doen dat het college op zo kort mo
gelijke termijn met voorstellen moet komen.
Daar hij de betreffende brief tijdig heeft afgegeven aan
de diverse raadsleden, ziet hij niet in waarom nu geen uit
spraak van de raad zou kunnen worden gevraagd. De brief kan
daarna toch in de commissie worden behandeld.
De voorzitter meent begrepen te hebben dat de raad vóór
wijziging en aanpassing van de voorwaarden is zoals dit
reeds eerder in een raadsvergadering besproken is.
Toen is door het college een opsomming gegeven van de per
celen en de eigenaren die hun woningen direct nadat deze
voor bewoning gereed waren te koop aanboden.
Tevens is door het college toegezegd dat nieuwe voorstellen
zouden worden gedaan.
Het raadslid Mevrouw Emke merkt op dat dit niets nieuws is.
Er is destijds over deze zaak gesproken omdat er nogal wat
problemen waren.
Het college heeft inderdaad de betreffende toezegging ge
daan. Zij ziet in de brief van de P.v.d.A een verzoek om
druk uit te oefenen op het college om op korte termijn met
voorstellen te komen.
De voorzitter antwoordt hierop dat hij toegezegd heeft, dat
bij de vaststelling vaneen nieuw bestemmingsplan tegelijker
tijd voorstellen zouden worden gedaan om de voorwaarden aan
te passen. Bij gemeenten in de omgeving zouden dan modellen
kunnen worden opgevraagd.