Tijdens die bespreking op 18 januari hebben wij hem gevraagd wie nog meer belangstelling had voor die grond (Zie bericht in de Putse Stencilkrant van december 1978 3e jaargang nr.2). Volgens de heer Boiy was niemand bij hem geweest voor aankoop van die grond. Hij wist wel dat de heer van Rooijen plannen heeft voor de bouw van een sportzaal. Daarom had hij contact opgenomen met de heer van Rooijen. Diezelfde dag nog hebben wij een bespreking gehad met de heer van Rooijen. Deelde mede dat hij nog steeds belangstelling had voor de bouw van een sportzaal. Hem medegedeeld dat hij onze plannen kon overnemen, en dat de gemeente geen sportzaal gaat bouwen indien een particulier daarvoor belangstelling heeft. D.d.20 januari 1979 heeft de heer van Rooijen ons bericht dat hij de plannen van de gemeente voor het bouwen van een sportzaal graag wil overnemen, en verzocht hij om een gesprek met het college van B. en W. Tijdens onze vergadering van 31 januari 1979 zijn de plannen met de heer van Rooijen besproken. .Omdat het terrein niet groot genoeg is voor de bouw van een grotere sportzaal alsmede de aanleg van vier tennis banen deelde de heer van Rooijen mede dat hij van overname van onze plannen afzag. Hij heeft nog wel belangstelling voor de bouw van een kleinere sport- accomodatie aan de Koppelstraat. Afgesproken is dat wij terzake op korte termijn informeel advies aan de P.P.D. zullen vragen. ,Wij hebben ook aan de heer van Rooijen gevraagd wie er nog meer belangstelling heeft voor bedoelde grond. Wist hij ook niet. Hij in ieder geval niet. Hij was niet zo gelukkig met de publicatie in de Putse Stencilkrant. Na zijn terugkomst van vakantie heeft hij bij de heer Aaftink geïnformeerd wie of dat wel waren. Iedereen kreeg de indruk dat hij dat zou zijn en dat was toen beslist niet waar. De heer Aaftink deelde mij mede, aldus de heer van Rooijen, dat hij die mededeling had geplaatst. Hij veronderstelde dat de heer van Rooijen het wel leuk zou vinden de burgemeester op die manier dwars te zitten. Mevrouw, Heren zo komen wij vanzelf op het terrein van samenwerking met de Pers. Na hetgeen de Kamervoorzitter daarover heeft gezegd in december is daar in Nederland veel over gesproken. De Pers in ons gebied probeert - voor zover ik heb ervaren, de lezers zo eerlijk en objectief mogelijk te informeren. Ik acht dit belangrijk omdat het minder juist weergeven van de gebeurtenissen en uitlatingen tot onnodige conflicten kan leiden. Het hebben van een eerlijke onafhankelijke pers is, gezien de belangstelling voor o.a. het gemeentelijk gebeuren, van grote betekenis. Onze ervaring1met de Putse Stencilkrant zijn, gezien de berichtgeving over bepaalde zaken, helaas minder goed. Een voorbeeld heb ik zojuist genoemd, en namens het college wil ik nu graag verder ingaan op het alternatieve raadsverslag in jaargang 3 nummer 2. Daarin staat o.a. "Hij zal zijn plaats moeten afstaan aan Adrie Buijs (vrije lijst de Light), die ons wist te verzekeren dat de nieuwe wethouder uit zijn partij te voorschijn zal komen. Volgens deze spreker is dat het resultaat van een paar besprekingen tussen zijn partij en het C.D.A., in aanwezigheid van de Raadsvoorzitter. Dit is geen juiste voorstelling van zaken. Terecht dat inwoners van Putte over het vorenstaande hun verbazing uitspreken. De burgemeester staat immers boven de partijen. Dat is inderdaad zo, daarom ben ik buiten de wethoudersverkiezing gebleven. (Ook geen der politieke partijen heeft mij voor een bespreking uit genodigd) Ik heb met verschillende medewerkers van de Putse stencilkrant over de onjuiste berichtgeving gesproken. Meerderê1 van hen zijn niet gelukkig over de huidige gang van zaken t.w. niet het spelen, van de bal doch het spelen van de man staat voorop. En wie die man is is wel bekend.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1979 | | pagina 13