praat over de belangen van de mensen in de Grensstraat. Hij acht het derhalve absoluut noodzakelijk dat een zekere reserve aanwezig is. Hij kan het standpunt van de V.V.D. die voor eigen parochie preekt best begrijpen omdat als men in een huis van 300.000,- woont meer belasting moet betalen dan iemand die in een huis van 50.000,woont. Hij heeft uitgerekend dat de gemiddelde verhoging neerkomt °P f 0,20 per inwoner per maand, hetgeen in feite een luttel bedrag is. Voor de mensen die in een goedkope woning wonen, komt de ver hoging neer op 4 5 centen. Hij gelooft dat deze centen er echt wel bij kunnen, zeker als men kijkt naar de bedragen welke b.v. met de kermis worden uitgegeven. Tevens worden de perceptiekosten door deze verhoging bijna geheel opgeheven. Daarbij wil hij opmerken dat een zekere professor Geppard leraar in het belastingrecht aan de Hoge School in Tilburg gesteld heeft dat het rijk de stijging van de gemeentelijke belastingen moet voorstellen. Het is een vervent tegenstander van de onroerend-goedbelas- ting die hij niet zo sociaal vindt en hij vindt als het rijk in 1980 voor de gemeente had mogen beslissen dat het dan niet was geworden wat het nu is. Bovendien ligt er de brief van de minister waarin staat dat de verhoging maximaal 3^ niag zijn. Alleen in exceptionele gevallen mag een hoger percentage worden geheven maar dat moet duidelijk worden aangetoond. Het raadslid Mevrouw Emke vindt belastingverhoging akkoord als de noodzaak daartoe aanwezig is. Als het aangetoond kan worden bij het investeringsschema dan kan zij akkoord gaan dat alle bijdragen om de voorzieningen die getroffen moeten worden betaald kunnen worden. Zij vindt dat de gemeente geen spaarpot moet maken. Zij vraagt zich af waarom de gemeentelijke overheid de be lastingen moet verhogen terwijl tegelijkertijd de rijksover heid overweegt om belastingen te verlagen teneinde de koop kracht te kunnen vergroten. Het verschil in belastingbedragen vindt zij van ondergeschikt belang, het gaat haar om het principe: alleen belastingver hoging als dit nodig is. De voorzitter antwoordt hierop dat het gemeentebestuur alleen belasting heft als dit nodig is. Na 4 jaar meent het gemeentebestuur voorstellen te moeten doen om de belasting te verhogen met 3"è$« Het blijkt duidelijk uit de stukken bij de begroting 1980 dat verhoging nodig is. Te pas en te onpas worden er de reserves bijgehaald maar men moet niet vergeten dat elke reserve die aangewend wordt een vermindering betekent voor de rentepost, dus van de inkomsten op de gewone dienst. Het raadslid Mevrouw Emke verwacht dat het merendeel van de opgegeven investeringen niet gerealiseerd zal worden. Het raadslid de Bruijn verklaart dat zijn fractie wel akkoord gaat met het voorstel. Als hij zijn wensenpakket bekijkt dat in de algemene beschouwingen is opgenomen dan weet hij al ge noeg: als men het een wil dan ook het andere.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1979 | | pagina 125