-6- 12. Voorstel tot vaststelling van de Verordening tot wij ziging van de verordening op de heffing en invordering van onro e r end-go e db e 1. a s t Ing Wethouder Bui .is geeft een korte toelichting op het voor stel. Om in de toekomst extreem hoge belastingverhogingen te voorkomen wordt thans voorgesteld om het overheidsta- rievenbeleid te volgen. Voor 1980 betekent dit een verho— gingVan Per 3000,— waarden wordt het tarief voor de gebruiker 5,50 en voor de eigenaar 4>30. Het raadslid de Ru verklaart hierop dat de begroting sluit voor 1980 met een batig saldo van ongeveer 172.000, wanneer de nog niet goedgekeurde begrotingswijzigingen zijn verwerkt. Het verbaast ons dan ook, dat Uw college voor nemens is de raad een voorstel te doen om de onroerend goedbelasting met 3^S te verhogen. Aangezien de saldireser- ves van de gemeente inclusief het batig saldo over 1980 zullen stijgen tot ongeveer 1.844*000,zijn wij van mening, dat de onroerend goedbelasting onnodig zou worden verhoogd en zelfs wel verlaagd zou kunnen worden. Wij moeten de lasten voor de inwoners van de gemeente niet verzwaren en zeker niet, wanneer er geen dringende noodzaak voor aan wezig is. Mocht in de toekomst voor investeringen ten behoeve van de Putse gemeenschap de noodzaak voor verhoging aanwezig zijn, dan zullen wij onze medewerking verlenen aan een redelijke aanpassing. Conclusie: Wij zijn tegen verhoging voor 1980. Het raadslid Schouteten sluit zich hierbij aan en verklaart zich tegen. Wethouder Buijs antwoordt hierop, dat als men het investe ringsschema hiernaast legt het batig saldo in één keer opge soupeerd is. Er zijn dan geen middelen aanwezig om eventuele tegenvallers op te vangen. Het raadslid de Ru merkt op dat er op het investeringsschema werken zijn geplaatst die waarschijnlijk toch niet zullen worden uit gevoerd. Ais men hier rekening mee houdt dan wordt er geld overgehouden, reden waarom de V.V.D.-fractie stelt om nu geen belastingen te verhogen. Wethouder Buijs stelt dat ervan mag worden uitgegaan dat de werken, die op een investeringsschema zijn opgevoerd, ook uit gevoerd worden. Het raadslid de Ru merkt op dat ook in 1979 diverse posten niet zijn uitgevoerd ondanks het feit dat deze wel op het sche ma staan. Zo verwacht hij dat dit ook in 1980 zal gebeuren. Als blijkt dat er toch gelden nodig zijn dan kan altijd een voorstel worden gedaan om de onroerend-goedbelasting te ver hogen maar niet vöér 1980. Wethouder Buijs merkt hierna op dat een tussentijdse verhoging van de onroerend-goedbelasting niet mogelijk is. Het raadslid de Ru verklaart dit te weten maar naar zijn mening is er voor 1980 geld genoeg. Het raadslid Looijen verklaart er wel mee eens te zijn omdat de ruimte die in de begroting zit gewoon nodig is. Als bekeken wordt wat vorig jaar nodig bleek te zijn voor de riolering waarbij een bedrag genoemd werd van ongeveer 1 miljoen en welk bedrag gelukkig niet nodig was. Was dit echter wel nodig geweest dan zou het hele bedrag al opgesoupeerd zijn. Stel voor dat het toch tegenvalt wat moet er dan gedaan worden: moeten we dan weer een artikel 12 gemeente worden of moeten we de hele saldireserve opmaken? Dit zijn vragen die gesteld moeten worden waarbij men dan wel

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1979 | | pagina 124