welke binding er dan bestaat met de raad, wat moeten wij doen met
een advies van een commissie met leden zonder politieke verant
woordelijkheid.
Ingevolge artikel 27 van het Reglement van Orde heeft ieder lid
het recht om voorstellen te doen. Deze voorstellen worden gesteld
in handen van burgemeester en wethouders tot nader onderzoek of
eventueel verwezen naar een commissie uit de raad.
Dit voorstel meenden wij vandaag aan de orde te moeten stellen
omdat de leden, zoals gebruikelijk, in de eerste vergadering van
de nieuwe raad worden benoemd.
In verband met de problemen welke het college met dit voorstel
had, zijn vorige week de fractieleiders bijeen geroepen om deze
zaak te bespreken.
Wij hebben toen onze vrees naar voren gebracht, met name welke
binding er nog bestaat tussen de leden van de raad en de commissies
en wat burgemeester en wethouders in de toekomst moeten doen met
deze adviezen van de commissies, waarin in theorie uitsluitend
niet- raadsleden zitting hebben.
Toen is ons verzekerd dat wij dit zo moeten zien dat de leden, die
op voorstel van de fracties worden benoemd, wel degelijk een
binding hebben met deze fracties en daar de mening van de be
treffende fractie verkondigen.
Wanneer dat zo is dan heeft het college daar geen moeite mee
om het voorstel over te nemen want dat is de enigste mogelijk
heid om de verordening te wijzigen.
Het raadslid de Eruijn geeft de volgende toelichting op het mede
door hem ingediende voorstel:
Ons uitgangspunt om de gemeenteraad voor te stellen de Verordening
op de vaste commissies van advies en bijstand te wijzigen is,
dat wij er naar streven:
a. dat alle burgers de besluitvorming moeten kunnen beïnvloeden;
b. om de burgers dichter bij het bestuur te brengen;
c. om de burgers in dat bestuur actief te doen zijn;
d. toekomstige raadsleden een goede scholing te geven, door
nu reeds deel te nemen aan de besluitvorming;
e. de commissieleden een even zware politieke verantwoordelijk
heid te geven als de raadsleden;
f. de verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de
commissies te leggen bij de vertegenwoordigde politieke partijen.
Wij hebben getracht in dit voorstel en argumentatie de gevoelens
van de nieuwe raadsleden weer te geven, zoals die op 7 juli 1978
in de informatieve bijeenkomst naar voren kwam.
Wij vertrouwen op Uw steun in deze te kunnen rekenen.
Alle fracties sluiten zich aan bij het ingediende voorstel, in
het bijzonder ten aanzien van de binding welke er bestaat tussnn
de commissieladen, niet raadslid zijnde, in de fracties die hen
hebben voorgesteld.
Naar aanleiding hiervan nemen burgemeester en wethouders bedoeld
voorstel over.
Het raadslid Looijen spreekt zijn teleurstelling uit over het
feit dat slechts een beperkt aantal niet-Nederlandse zich candi-
daat heeft gesteld. Hij had liever gezien dat de initiatiefnemers
hun brief in meer talen hadden geschreven om op deze wijze meer
personen te bereiken.
Het raadslid van Wees antwoordt hierop dat het C.D.A. dit bewust
niet heeft gedaan, op de eerste plaats om reeds een bepaalde se
lectie te verkrijgen en daarnaast dat de te behandelen onderwerpen
ook alleen maar in het Nederlands kunnen worden behandeld.
Zonder dat nog iemand het woord verlangt of stemming wordt over
eenkomstig het voorstel besloten.