is en verzoekt bij de uitvoering de nodige voorzichtigheid
in acht te nemen.
Ten aanzien van de brand op het militair oefenterrein in
formeert het raadslid Simons of het college al stappen
heeft ondernomen om te voorkomen dat tijdens de droge peri
ode geoefend wordt met brandgevaarlijke projectielen.
De voorzitter antwoordt hierop dat hij deze aangelegenheid
besproken heeft met de commandant van de legerplaats en met
de brigadecommandant der Koninklijke marechaussee, die bei
den hebben toegezegd dat zij alles in het werk zullen stel
len om bij de oefeningen rekening te houden met de weersom
standigheden.
Ten aanzien van de ter inzage gelegde verkoopbesluiten,
merkt het raadslid Simons op,dat zoals het raadslid de Light
tijdens de vorige raadsvergadering reeds heeft aangehaald,
er door verschillende personen met deze gemeentegronden ge
speculeerd gaat worden.
Als hij de lijst van kopers bekijkt valt het hem op dat er
verscheidenen bij zijn die reeds een woning hebben, waar
uit kan worden geconcludeerd dat zij hun tegenwoordige wo
ning duur gaan verkopen om op zo'n manier groter of luxu-
euser te kunnen gaan wonen.
Hij is van mening dat de gemeente zuinig moet zijn op de
nog beschikbare grond.
De voorzitter verklaart hierop dat hij tijdens de vorige ver
gadering toegezegd heeft dat hij een nadere toelichting zou
geven op deze zaak. Er zijn echter nog enige besluiten bij
Gedeputeerde Staten, zodra deze terug zijn, zal hij op deze
zaak terugkomen.
Het raadslid de Light sluit zich aan bij de heer Simons
evenals het raadslid Looi.ien. die verklaart dat het hem is
opgevallen dat zelfs grond verkocht is aan iemand uit België
ondanks het feit dat destijds was afgesproken dat geen grond
zou worden verkocht aan mensen die geen binding met Putte
hebben.
De voorzitter antwoordt hierop, dat de betreffende persoon
bij van Niftrik werkt.
De voorzitter zegt hierna nogmaals toe dat zodra alle be
sluiten zijn goedgekeurd hij hierover een uitvoerige toelich
ting zal uitbrengen.
Hierna heeft wethouder Bensbach nog een opmerking ten aanzien
van het Koninklijk Besluit waarbij de voorzitter met ingang
van 1 mei 1978 opnieuw voor een periode van 6 jaar is benoemd
tot burgemeester der gemeente Putte. Met het bereiken varj&eze
eerste mijlpaal biedt hij namens alle raadsleden zijn geluk
wensen aan:
Nadat U op 6 mei 1972 in Putte als burgemeester werd geïnstal
leerd zal U wel vreemd hebben opgekeken over de zaken die U
werden voorgeschoteld en waarvan U nooit had gehoord.
Met Uw instelling om dienstbaar te zijn, om iets goeds te or
ganiseren en de voortvarendheid waarmee U de vaak complexe
zaken hebt aangepakt, zijn in de afgelopen 6 jaren resultaten
bereikt waarop U met voldoening kunt terugzien; er ligt nog
zoveel werk op U te wachten.
In een ambt waarin U altijd met mensen bezig bent, met hun leven
hun wonen en al hun problemen, heeft U voor Uzelf nauwelijks tijd
overgehouden. Als goede Raad hopen wij dat U in de toekomst
ook nog tijd zult weten te vinden om Uw eigen hobbies te be
oefenen.
Wij wensen dat het U en Uw gezin in Putte goed moge gaan.
De voorzitter antwoordt hierop:
Inderdaad de tweede periode is begonnen. Ik moet U zeggen dat
er alle mogelijke zaken aan de orde komen, die men in een