c) Eveneens verzet ik mij er tegen, dat ik in strijd ge handeld zou hebben met art 129 der gemeentewet, door te weigeren antwoord te geven op een vraag van de heer de Bruijn in de raadsvergadering van 15 februari. Ik heb niets geweigerd maar ik beroep mij nog steeds op art 23 van het Reglement van Orde. Ik moest vooral nu er dergelijke belangen op het spel stonden, me terdege ingraven in de hele geschiedenis rond 't Anker. d) Wethouder L.Buijs heeft als loco-burgemeester juist ge handeld. Ik bedoel hiermee: hij heeft op korrekte wijze een politierapport laten opstellen waarmee sluiting van de seksboetiek 't Anker mogelijk zou zijn. Door mijn drukke werkzaamheden buiten het wethouderschap om heb ik inderdaad de notulen van de raadsvergadering van 20 december 1977 niet korrekt doorgelezen. Dat is een fout, die ik ruiterlijk wil bekennen maar dat heeft niets te maken met de vraag van de heer de Bruijn, die ik ver keerd zou hebben verstaan. In dit veifcand wijs ik nogmaals op mijn manier van handelen: Ik heb verklaard, dat ik uitvoerig op 't Anker zou ingaan in de volgende openbare raadsvergadering Ofschoon intern bij de leden van partij de Bruijn al was besloten lijmpogingen te ondernemen en de motie tegen wethouder de Waal terug te nemen, moet ik nu van andere raadsleden horen dat wethouder L.Buijs op eigen houtje andere raadsleden die niet tot zijn partij horen, heeft benaderd. e. Ik verklaar dat wethouder Buijs in de afgelopen jaren zich collegiaal tegenover mij heeft gedragen. Alleen neem ik hem zijn oncollegiale daden en ook van zijn medestanders in de afgelopen maanden hoogst kwalijk. Mijnerzijds wil ik er alles aan doen om het vertrouwen in mij als wethouder weer te herstellen. Ik zal me positief trachten op te stellen tegenover het CDA. Ik geef toe, dat ik fouten heb gemaakt en nog zal maken maar dat houdt niet in, dat ik geen fouten van anderen mag verwachten. Ik blijf erbij, dat ik door het stellen van de motie van wantrouwen niet alleen geschokt ben maar deze motie zie als een persoonlijke hetze, die mij,^ mijn gezin, mijn bedrijf schade berokkent, Naast de fouten die ik dan eventueel heb gemaakt, heb ik als wethouder getracht goede dingen voor de gemeenschap te doen. Daarom verdien ik het niet om op deze manier aan de kant te worden gezet. Intussen is naast het politieke geharrewar rond Tt Anker de zaak Metz toch tot een goed einde gekomen. In een rapport van 7 april delen de heren Ketelapper en Tazelaar het college mede, dat het pand Antwerpsestraat 26 onder de huidige omstandig heden niet meer als seksboetiek kan worden gezien als bedoeld in art.101 a van de Algemene Politieverordening voor de gemeente Putte. Het raadslid de Bruijn reageert hierop: Op een vraag, door mij gesteld, heeft wethouder de Waal gewei gerd te antwoorden. Hij heeft toen niet gezegd: ik zal daar de volgende vergadering op antwoorden maar hij heeft gezegd: ik wacht de ontwikkeling wel af. Dit kan worden gelezen in de notulen van 22 maart jIt Ten aanzien van punt 5: Voor mijzelf is het niet zo slim dat zo'n opmerking via de krant wordt gedaan maar veel mensen hebben wel tegenover mij verklaard dat zij daar wel zwaar aan- tillen. Ik vraag me nog steeds af, als het dan niet zo zwaar bedoeld was, waarom dan via de burgemeester Uw excuses aange boden.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1978 | | pagina 47