SimonsNaar mijn mening moet de zaak dicht. Hoe zit het daarnaast met de
A.P.V., heeft deze rechtskracht want volgens de brief van Mr. Haans hangt
ook dat maar aan een zijden draadje. Ik dacht wanneer we dit gaan uitspelen
we toch wel heel goed voorbereid mogen zijn en rekening moeten houden met
de financiële consequenties.
Voorzitter: Ik heb al gezegd dat we terzake bij andere gemeentebesturen
en bij de V.N.G. voldoende informaties hebben ingewonnen.
SimonsMen wist dat de Heer Metz op 16 augustus 1976 het pand gekocht heeft
en dat het zo lang heeft leeg gestaan. Is het dan geen taak van het gemeente
bestuur om daar te gaan polsen wat er gaat gebeuren.
Voorzitter: Dat is ook gebeurd. Er zou aanvankelijk een radiozaak in komen.
KetelaarsIk ben van mening dat tot sluiting moet worden overgegaan.
van Oirschot: Ik vind de sexshop toch een moeilijke zaak er zit een vorm van
chantage achter.
Wanneer we dit toelaten of een andere zaak laten inruilen dan blijft tot 1980
deze andere zaak rechtsgeldig bestaan.
U kunt dan buigen voor het dreigement dat wanneer de sexwinkel verdwijnt er
een bordeel voor in de plaats komt. Ik heb ook begrepen dat tegen prostitutie
als zodanig niets meer gedaan wordt, hetgeen inhoudt dat in elke woning in
Putte een bordeel gevestigd kan worden.
Ik vraag me af of daarvoor gezwicht moet worden, ik blijf keihard achter het
besluit van de raad staan: Sluiting.
Bensbach: Het zal enige verwondering wekken dat ik als raadslid dat verzoek
om interpellatie niet heb ondertekend.
In eerste aanleg is het zo geweest dat de Heer de Bruijn in de rondvraag
deze vraag heeft gelanceerd: wat er gedaan zou worden tegen het clandestien
openen van de sexwinkel.
De voorzitter heeft toen geantwoord dat hiernaar een onderzoek zou worden
ingesteld en dat de raad zou worden ingelicht.
Dit was voor mij voldoende om daar een bepaald vertrouwen in te stellen. Ik
heb dus rustig afgewacht.
Nu ik het verzoek nader ga beschouwen is het voor mij een reden temeer om het
niet te ondertekenen omdat de stijl- en taalfouten van zodanige aard zijn
dat ik daar mijn handtekening niet onder wens te zetten. Dat acht ik beneden
mijn waardigheid.
Ik zou graag nog iets willen zeggen over de wijziging van de A.P.V.
De raad stelt de verordening vast, maar bij aangelegenheden waar het de open
bare orde betreft kan uitsluitend de burgemeester optreden.
De raad kan de burgemeester wel ter verantwoording roepen. Op grond hiervan
ga ik verder borduren en ga ik zeggen dat ter uitvoering van artikel 101a
op het moment dat de Heer Metz de zaak opende, op de loco-burgemeester de taak
rustte om handelend op te treden. Ongeacht wat daar ook de gevolgen van konden
zijn. Door dit niet te doen heeft de loco-burgemeester een onrechtmatige
daad gepleegd want artikel 101a beoogt de bescherming van bevolking en van de
omwonenden.
Meneer Metz is in overtreding en kan zich niet beroepen op de tollerantie van
burgemeester en wethouders.
De kwestie van schuld rust louter op de loco-burgemeester die nagelaten heeft
om deze zaak te sluiten.
Bovendien heeft hij hiermee de belangen geschaad van andere belanghebbenden
die in nauw verband staan met de sexwinkel.
Méneer de voorzitter, U stelt alternatieven, wethouder de Waal en U zijn het
eens om een compromis te sluiten met Metz en op 1 april een beslissing te
nemen over al dan niet sluiten.
Wethouder Buijs eist eerst twee inleveren, één halen, wat wordt daaronder
verstaan, is het de bedoeling dat het pand Antwerpsestraat 24 of een einder
pand wordt ingeleverd.
Ongeacht welk pand er wordt ingeleverd in deze panden kunnen steeds weer
sexwinkels gevestigd worden.
Voorzitter: Ik ben het niet met eens dat de wethouder Buijs een onrechtmatige
daad gepleegd heeft. Kijkt U maar goed in het Burgerlijk Wetboek, wat daaronder
verstaan wordt (artikel 1401).
Overigens is wethouder Buijs het volkomen eens met het beleid van burgemeester
en wethouders.