vertellen de zaak tegenover Albert Heijn zou opgekocht zijn, daarachter zou een filmzaal komen, dat zal wel net zo zijn, als met de tijdschriften, neem ik aan, dat zal wel op de pikante toer zijn en dan ga ik me afvragen waar zijn we nu mee bezig. Ik gun Meneer Metz een boterham, maar moeten we nu zeggen, we hebben zoveel gratie met deze man, en we stellen maar uit en we wachten maar af wat hij ons voorstelt. Ik dacht dat de gemeenteraad voorstellen deed aan De Heer Metz of eisen zou stellen, maar niet andersom, en dat komt daar gewoon op neer, dat de Heer Metz hier eisen stelt. Voorzitter: Wij hebben voorstellen gedaan. Ernkp; Ja maar er staat hier, als ik het goed lees. We stellen U in de gelegenheid, de mogelijkheid tot het vestigen van eem andere zaak. Dat zien we dan wel. En daar geven we hem tot 1 april de tijd voor. Ik ben daar gewoon tegen. Hij is in strijd met de A.P.V. en ik heb maar 1 alterna tief en dat is gewoon sluiten. Looijen: Ik vind dat wij ons bang laten maken door datgene wat U nu allemaal zegt. Dat we dan in feite na zo'n periode van 4 jaar allerlei soorten problemen zouden hebben, nou dan heeft in feite dat art.101a geen zin. Dan kunnen we dat net zo goed schrappen. En dan moeten we maar proberen om langs een minnelijke weg, bij wijze van spreken met deze mensen de zaak te saneren, want we moeten helemaal zulke artikelen in onze A.P.V. niet meer hebben. Want daar hebben we niets aan, daar hebben we alleen maar een hoop narigheid van. Er worden allerlei soort mensen door in opspraak gebracht. Voorzitter: Dan kunnen wij niet meer saneren. Looijen: Nou goed, maar nu kunnen we ook niets. Nou zitten we nog steeds voor het blok, want wij zijn nou de schuldige, terwijl we daar in feite een artikel 101a hebben. Voorzitter: Het tijdstip is niets langer. Als het volgens de wet Arob gegaan was dan was het ook veel langer geweest. van Oirschot: Neg één vraag. Er wordt in een brief van Advocaat Haans de rechtsgeldigheid van art. 101 aangevochten. In hoeverre is dat zo. Voorzitter: Dat is die kwestie van die tijdschriften. Hij zegt niet waarom, hij gaat er niet nader op in. Hij stelt het maar zondermeer, niet van dat zou dan in hoogste instantie uitgemaakt moeten worden. de Waal: Misschien wel vanwege de tollerantie dat we hem zo lang open gehouden hebben. Ik ben voor de eerste keer in een B. en W. gekomen, toen is tegen mij gesteld. Wethouder, weet je wel wat de consequenties zouden kunnen zijn als ik zoiets gezegd zou hebben. Dat had kunnen zijn als Metz voor de Hoge Raad of voor de Raad van State zou gaan, waar hij al vele malen gewonnen heeft op een gegeven moment. In Sluis o.a. ook. Dat daar een schadeclaim uit zou komen voor de gemeente en dat is een belang rijke schadeclaim want dat zou nog wel eens op een schadeclaim kunnen komen van misschien wel 2,5 of misschien wel 4 ton voor de gemeente. Dus ik heb m'n eigen tegen de Bruijn eerst wel bedacht om rechtstreeks antwoord te geven en heel die zaak eens goed te klasseren en dan in de volgende vergadering heb ik hem beloofd daar een antwoord op te geven. Kijk hetzelfde speelt nou, de tollerantie van dat die 4 weken, of hoeveel weken, of drie maanden open geweest is, ik weet het precies niet. Kijk daar kan op juridische gronden ook de schadeclaim uitgroeien. Want we hebben hem de kans gegeven op een gegeven moment en daarvoor fietst Haans misschien wel op een gegeven moment door die A.P.V. door. BuijsMeneer de Voorzitter wat wethouder de Waal zegt klopt ook niet. Hij zegt, in de eerste de beste B.en W.-vergadering spreek ik dus, na mijn vakantie, dat was 27 december heeft hij gezegd, alweer gezegd, wat U net allemaal opnoemde die financiële consequentie daar was toen niets van bekend. Want dat punt is pas naar voren gekomen. de Waal: Ik heb het niet over de hoogte van het bedrag. BuijsNee ook de declaratie niet, want het proces-verbaal is pas 17 januari opgemaakt en toen is de politie met die gegevens naar de Burgemeester gegaan.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1978 | | pagina 33