-10-
Het bestuur heeft ondertussen nog een brief gezonden op 24 februari welke
abusievelijk niet ter inzage is gelegd.
Het college van burgemeester en wethouders is het met het bestuur eens
daar waar ze zeggen dat nagenoeg alle werk rust op slechts 3 bestuursleden.
Daarom zijn enkele suggesties gedaan om alle leden bij de activiteiten te
betrekken zoals b.v. bij een loterij of donateursaktie
Burgemeester en wethouders menen te moeten voorstellen om 1.100,te
subsidiëren en dat de vereniging door eigen activiteiten de rest van het
te verwachten tekort weïgwerkt.
Wel is het college bereid, wanneer bij de rekening 1978 blijkt dat het nadelig
saldo daartoe aanleiding geeft, andermaal met een voorstel in de raad te
komen.
Het raadslid Mevrouw Emke merkt op dat dit laatste niet in het voorstel is
opgenomen. Zij begrijpt niet waarom de gevraagde subsidie gehalveerd moet
worden. De vereniging heeft de hoogste contributie van alle verenigingen,
daarnaast betalen de leden ook de kosten van wedstrijden en toernooien.
Zij heeft de vereniging wel eens als voorbeeld gesteld omdat zij het altijd
zo netjes deden. Nu hebben ze door omstandigheden, het missen van een
sponsor en hogere trainingskosten, een tekort dat zij nu voor een belangrijk
gedeelte zelf moeten oplossen. Zij vindt het verlenen van subsidies uit
gemeenschapsgelden steeds één van de moeilijkste zaken, maar in vergelijking
tot hetgeen andere verenigingen ontvangen is dit discriminatie.
De voorzitter stelt hiertegenover dat uit het verslag van de eerdergenoemde
bespreking blijkt dat er weinig activiteiten van andere leden zijn, de
3 bestuursleden doen practisch alles.
Daarom heeft het college voorgesteld leg gewoon de financiële situatie
voor aan Uw algemene ledenvergadering zodat alle leden weten wat er gaande
is
Mocht desondanks blijken dat er toch nog een tekort is dan zal het college
voorstellen om een aanvullende subsidie te verlenen.
Volgens het raadslid Mevrouw Emke houdt dit in dat ze nu niet weten waar
ze aan toe zijn. Stel dat er morgen een sponsor komt dan is dat fijn voor
de vereniging maar in het andere geval blijft het bestuur steeds in het
ongewisse.
Daarnaast vindt zij het verslag van bedoelde bespreking erg onsympathiek
en zij vraagt zich af waar de verslagen zijn van besprekingen met andere
verenigingen. De voorzitter antwoordt hierop dat het verslag juist weergeeft
wat er gezegd is. Daarnaast hebben burgemeester en wethouders dit steeds in
de vergadering toegelicht.
Volgens het raadslid Looijen is het steeds een moeilijk punt om verenigingen
te subsidiëren naar zowel de behoeften als naar de wensen.
Vaak is dit een tweestrijdige gedachte, die niet altijd helemaal tot uit
drukking komt, de mensen in de verenigingen voelen dit altijd het beste.
Het gemeentebestuur moet zoiets voor 56 verenigingen en instellingen aanvoelen
en dan blijf je nog altijd met nuances zitten, die in de ogen van andere
verenigingen negatief kunnen overkomen.
Als er voor een andere vereniging een bedrag van 1.500.000,kan worden
uitgetrokken dan is hij van mening dat de Berk zeker niet tekort mag worden
gedaan.
Het raadslid de Bruijn verwijst naar de vergadering van de commissie financiën
waarin gesteld is dat niet alleen de penningmeester verantwoordelijk is voor
het beleid en voor de subsidieaanvraag maar het voltallig bestuur.
In hoofdzaak doet de penningmeester al het werk, zowel het secretariaat als
de financiën en als dan zo'n penningmeester uitvalt dan is het de verant
woordelijkheid van de andere bestuursleden om bij te springen.
Hij begrijpt niet waarom het college 1.100,voorstelt terwijl de
commissie 1.200,geadviseerd heeft. Het raadslid van Oirschot merkt op
dat er een telfout gemaakt is van 1.200,terwijl daarnaast 1.000,
minder wordt ontvangen door het wegvallen van de sponsor.
Te dezer zake merkt hij op dat wethouder de Vaal tijdens de commissievergader
ing bij hoog en bij laag beweerd heeft dat de vereniging la minute een
nieuwe sponsor zou kunnen vinden.
Hierdoor zijn naar zijn mening enige commissieleden bij hun advisering
beïnvloed.