19 mei 1976. De heer X bericht dat wij hem hadden voorgedragen als nieuwe
huurder van de woning Anemoonstraat 9 bij de Stichting Steenbergen.
17 juni 1976. Bericht van de heer X dat hij geen gebruik zal maken van
het aanbod van de gemeente. Verkiest een beter passende woning, liefst
een hoekpand.
Nadien nog een woning aangeboden van de 17 W.W. 'in de Keizerstraat, die
i
zeer waarschijnlijk voor de| bouwvakvakantie zouden kunnen worden betrok
ken. Niet geaccepteerd.
23 juni 1976. Bericht dat wij besloten hadden de woning Ligusterstraat
23 aan hem te verhuren. Bij schrijven d.d. 5 juli 1976 bericht de heer
X ons dat hij geen gebruik zal maken van ons aanbod.
X zou graag in aanmerking komen voor het pand Schaepmanstraat 10 zodra
dit vrij zou komen van huur.
Bij schrijven d.d. 20 september 1976 deelt de heer X aan de beheerder van
de woningen het Bedr.Pensioenfonds voor de Bouwnijverheid mede, dat
hij graag in aanmerking zou komen voor de woning Anjerstraat 24.
24-8-76. Hebben wij besloten de heer X andermaal uit te nodigen voor een
bespreking voor eventuele huur van Pand Schaepmanstraat 2, omdat de wo
ning Schaepmanstraat 10 niet vrij kwam van huur. Was aanvankelijk wel de
bedoeling. Op onze uitnodiging hebben wij van de heer X geen enkele re
actie ontvangen.
13 september 1976 hebben wij de heer X bericht, dat wij hem via de heer
van Elsakker hadden voorgedragen als nieuwe huurder van de woning Anjerstr.
24. In verband met de hogere huur heeft hij vervolgens huursubsidie aan
gevraagd.
24 september 1976 bericht de heer X aan de heer van Elsakker dat hij de
woning Anjerstraat 24 graag zal huren.
18 februari 1977. De heer X bericht de heer van Elsakker dat hij afziet van
het huren van de woning Anjerstraat 24. Om meerdere redenen was de urgen
tie voor het huren van een andere woning verminderd.
Nadien hebben wij van de heer X totaal niets meer gehoord inzake het huren
van een meer passende woning.
De op deze zaak betrekking hebbende stukken zullen wij bij de stukken
voor de eerstvolgende vergadering van de raad ter inzage leggen.
Dat, heer Looijen, zijn de feiten. Het moet ons wel van het hart dat U