-2-
Het raadslid de Ru is van mening dat bij de behandeling van
de subsidies in de raadsvergadering van 7 november 1978 gestemd
is over de subsidieaanvragen van de Peuterspeelzaal Duimelotje
en van de Zwem- en Polovereniging.
Hij heeft hiervan niets terug gevonden in de notulen.
De voorzitter antwoordt hierop dat alleen over het totale voorstel
van burgemeester en wethouders is gestemd en niet over afzonderlijke
verzoeken.
Hierna merkt het raadslid Looijen op dat bij de behandeling van
het voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van
het bestemmingsplan "Buitengebied" op 7 november j.l. een ingediend
amendement niet in stemming is gebracht hetgeen naar zijn mening
niet juist is.
De voorzitter antwoordt hierop dat hier geen sprake was van een
amendement. Burgemeester en wethouders hebben een voorstel van het
raadslid van Wees om een verandering in het ontwerp aan te brengen
overgenomen.
Later in de vergadering is het aangepaste voorstel in stemming
gebracht
Het raadslid Looijen verklaart niet gelukkig te zijn met de stemming
over voorstellen amendementen en zo meer. Het reglement van orde
is niet duidelijk zodat men bepaalde artikelen op meerdere wijzen
kan uitleggen. Tijdens een commissievergadering op 25 november 1974
heeft de voorzitter toegezegd het reglement van orde te laten aan
passen aan de tegenwoordige tijd en het ter vaststelling te zullen
aanbieden aan de raad.
De voorzitter antwoordt hierop dat het reglement van orde op sommige
punten voor meerdere uitleg vatbaar is.
Hij zal terzake adviezen inwinnen en de zaak t.z.t. bekijken.
Hierna worden de notulen onder dankzegging aan de samensteller
vastgesteld.
5a. Aanvullend punt.
Voorstel tot verkoop van woningwetwoningen.
Zonder dat iemand stemming verlangt wordt overeenkomstig het
voorstèl van burgemeester en wethouders besloten de woning
Pastoor Dierickstraat 8 aan C. van Loon te verkopen voor
ƒ.61.732,en de woning Schaepmanstraat 2 aan D. Purr te ver
kopen voor 63.58O,
Hierna stelt het raadslid Looijen voor om het gemeentelijk woning
bestand over te dragen aan de Stichting Regionaal Woningbezit te
Steenbergen.
Als belangrijkste argument hiervoor voert hij aan dat eventuele
woningcontingenten in de toekomste wel gebouwd kunnen worden als
dit kan gebeuren in samenhang met de contingenten van andere
aangesloten gemeenten.
Als de gemeente zelfstandig blijft opereren zal dat steeds moeilijker
worden.
De voorzitter antwoordt hierop dat de betreffende stichting in het
verleden binnen deze gemeente 70 woningen heeft gebouwd.
Er is, voor zover hem bekend, destijds onderhandeld over een
eventuele toetreding.
Door hem onbekende problemen, zijn deze onderhandelingen
afgebroken.
Als de gemeenteraad echter van mening is dat alsnog getracht moet
worden om het gemeentelijk woningbestand in te brengen zal het
college graag de nodige maatregelen treffen.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 1978 nr.8.
tot vaststelling van de begrotingen van het gemeentelijk woning-