Slot. Mijnheer de voorzitter, wij besluit met nogmaals onze waardering uit te spreken voor Uw inzet en die van Uw ambtenaren. De door het college ingeslagen beleidsweg achten wij een goede en wij zullen deze gaarne, zonodig met opbouwende kritiek, volgen. Het raadslid Huijbrechts legt namens de fractie de Light de volgende verklaring af: In grote lijnen zijn wij het met het betoog van de fractievoorzitter van het C.D.A. eens. Doch,wij willen hierbij toch nog wel enkele punten verduidelijken: o.a. - Wij zouden het zeer op prijs stellen als er een kleine biblio theek verwezenlijkt zou worden. - Wij van onze kant zullen ons inzetten om de nodige vrijwilligers voor deze bibliotheek/uitleenpost te leveren. Wat betreft de geplande grote uitgaven in verband met de sportzaal en de verbouwing van de Berk, lijkt ons de aanleg van een zwem inrichting op korte termijn niet haalbaar. Ook de verkeerssituatie in de Hogebergdreef baart ons nog zorgen. Daarom willen wij er bij deze nog eens extra op aandringen om op zeer korte termijn de nodige maatregelen te willen treffen. Het raadslid de Ru legt namens de V.V.D.-fractie de volgende verklaring af: FINANCIËN: Ook dit jaar sluit de begroting met een batig saldo. De V.V.D. constateert dan ook met genoegen, dat de voorgenomen investeringen, die in het komende dienstjaar in uitvoering zullen worden genomen, door de beschikbare middelen worden gedekt. Een verheugende bijkomstigheid is, dat als gevolg hiervan de onroerend-goed belasting weer niet behoeft te worden verhoogd. Dit ligt geheel in de lijn van de V.V.D.-gedachte:de lasten voor de inwoners van onze gemeente niet onnodig te verzwaren. Hiervoor, Mijnheer de Voorzitter, zouden wij waardering moeten hebben. Bij nadere beschouwing echter blijkt dit nauwelijks of misschien wel in het geheel geen verdienste te zijn. Het enige wat er gebeurd is, Mijnheer de Voorzitter, is uitverkoop houden van de aanwezige bouwgronden. Nu is het verkopen van gronden op zich geen kwalijke zaak. Het wordt dit echter wel, als uit motieven van goed beleid daar geen vervangende aankopen tegen over staan. Wij krijgen dan ook waarschijnlijk een situatie van potverteren. Het zou ons niet verwonderen, Mijnheer de Voorzitter, als binnen niet al te lange tijd de Onteigeningswet aan de raad wordt voor gesteld om bovengenoemde nalatigheid dan ten koste van kleine grondbezitters goed te maken. Wij zijn hier geen voorstander van. WONINGBOUW: Putte kan nog maar weinig groeien. De uitbreidingsplannen dienen daarom zeer zorgvuldig te worden bekeken. Bovendien zullen die woningen moeten worden gebouwd, waaraan gezien de samenstelling van de bevolking het meeste behoefte is, en dit vooral voor de minder-draagkrachtigen. Tevens zal gelet moeten worden op de economische gebondenheid van de aanvragers.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1978 | | pagina 131