MEE
-4-
10. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de uitbreiding
van de straatverlichting langs de Postbaan (8e begrotingswijziging 1978):
Wethouder de Waal geeft aan de hand van het voorstel een korte toelichting.
Op de vraag van het raadslid Looi.ien of er rekening wordt gehouden met
de eventuele verbreding van de Postbaan antwoordt wethouder de Waal, dat
de lantaarnpalen niet op de rand van de weg worden geplaatst, zodat
bij eventuele verbreding de lantaarnpalen kunnen blijven staan.
Zonder dat iemand het woord of stemming verlangt wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
11. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet ten behoeve van
de voorbereidingskosten reconstructie bosvijver (9e begrotingswijziging
Wethouder de Waal geeft aan de hand van het voorstel een korte toelichting.
Het raadslid Looijen stelt daarna de vraag of al bekend is hoe groot het
bedrag zal zijn als het echte werk uitgevoerd gaat worden.
He voorzitter antwoordt hierop dat het de bedoeling is een plan te maken
en dit in te dienen bij de H.A.C.W. voor goedkeuring als E-object.
Wij kunnen momenteel nog niet zeggen wat de werkelijke kosten zullen zijn.
Zonder dat iemand verder het woord of stemming verlangt wordt overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
12. Voorstek tot beschikbaarstelling van een krediet voor de verharding
van de paden achter de woningen aan de Nieuwstraat (10e begrotingswijziging
1978);
Wethouder de Waal geeft aan de hand van het voorstel een korte toelichting.
Het raadslid Looijen spreekt hierna de dank uit, dat het college nu met
dit voorstel is gekomen. Er is hierop niet alleen aangedrongen door de
raad, maar ook door de bewoners van de verschillende panden in de Nieuw
straat. Zonder dat iemand verder het woord of stemming verlangt wordt
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
15. Voorstel tot verdaging van de beslissing inzake vaststelling van het
bestemmingsplan buitengebied:
Zonder dat iemand het woord of stemming verlangt wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
14. Rondvraag:
Alvorens over te gaan tot de rondvraag deelt de voorzitter het volgende
mede In november 1975 heeft de raad het besluit genomen om het terreintje
van de gemeente aan de Koppelstraat te bestemmen tot woonwagenkamp en als-
zodanig in te richten. Van Gedeputeerde Staten hebben wij toen i.v.m.
afwerking van het bestemmingsplan de verklaring van geen bezwaar gekregen
ingevolge artikel 19 van de Wet R.O. Hiertegen is door omwonenden op grond
van de wet A.R.O.B. een bezwaarschrift ingediend bij G.S.
Zij zijn hierbij in het ongelijk gesteld. Zij hebben hiertegen nu beroep
ingesteld bij de Raad van State. Voorlopig komt er dus niets van de aanleg
en inrichting van ons nieuw kampje.
Naar aanleiding van het vorenstaande vraagt het raadslid de Light of
het gemeentebestuur al enig idee heeft als het kampje verplaatst moet
worden, welke kant het dan uitgaat. He voorzitter antwoordt hierop dat
het gemeentebestuur zich hierin nog niet heeft verdiept, maar hij heeft
wel goede hoop, dat zij die een bezwaarschrift hebben ingediend in het
ongelijk gesteld zullen worden bij de Kroon. Hierna vraagt het raadslid
Emke hoe ver het college staat met het voorstel m.b.t. het wachthuisje
bij Albert Heijn.
He voorzitter antwoordt hierop, dat de kosten hiervoor 8.000,bedragen.
Er is nu een brief uitgegaan naar Albert Heijn of die er mee akkoord
kan gaan, dat dit wachthuisje op zijn parkeerplaats geplaatst wordt, daar
provinciale waterstaat geen toestemming geeft voor het plaatsen op het
trottoir.