9. Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Recreatie centrum Hazeduinen"; De voorzitter geeft aan de hand van het voorstel een korte toelichting, waarhij hij bijzondere aandacht schenkt aan het bezwaarschrift van de Heer de Block. Hij verwijst hierbij naar een onderhoud dat de Heer de Block in het verleden met het college heeft gehad en waarbij hij de wens te kennen heeft gegeven om de mogelijkheid te creëren voor de bouw van 2 zomerbungalows naast zijn bestaande. Het college heeft toen, na contact met de stedebouwkundige besloten aan de wens van reclamant tegemoet te komen. Doch nu blijkt dat de Block de bestaande bungalow heeft verkocht en op de resterende grond alsnog 3 zomerbungalows wil bouwen. Het raadslid Looijen merkt op dat in de toelichting staat dat naast de 137 zomerbungalows nog 3 bungalows mogelijk zijn. In feite zouden dus op perceel 4^2 4 bungalows kunnen staan. Daarnaast is de oppervlakte veel groter dan de percelen voor de 137 woningen. De voorzitter antwoordt hierop dat de toelichting desnoods kan worden aangepast. Het college is echter van mening dat, mede gezien de bosrijke omgeving en mede gezien de gemaakte afspraken, 3 bungalows op bedoeld terrein meer dan voldoende zijn. Op de vraag van het raadslid Looijen hoe de afvoer van het huisvuil van de camping geregeld is antwoordt de voorzitter dat dit buiten de gemeente om gaat. De eigenaar laat het vuil regelmatig weghalen. Hij heeft ter zake nooit geen klachten vernomen. Op de vraag van het raadslid Looijen of het college bekend is met plannen voor de riolering van dit terrein antwoordt de voorzitter dat hij dit tijdens de eerstvolgende bespreking met de Heer van Ammel aan de orde zal stellen. Hierna vraagt het raadslid van Wees of de verkoopprijs van de grond van het oude woonwagenkamp moet worden aangepast aan de nieuwe bestemming. De voorzitter antwoordt hierop dat aan bedoeld perceel de bestemming parkeerterrein is gegeven, zodat een herziening zeker zal moeten plaats vinden. Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 10. Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied": De voorzitter geeft aan de hand van het voorstel de volgende toe lichting. Dit nieuwe plan moet komen in de plaats van het in 1959 vastgestelde plan in hoofdzaken van de gemeente Putte. Dat plan werd toen vastgesteld volgens de toen geldende voorschriften. Het is nog wel steeds van kracht, maar is uiteraard wel verouderd als gevolge van de gewijzigde voorschriften m.b.t. de ruimtelijke ordening (nieuwe wet R.O. van 19^5) en de inzichten inzake de buitengebieden Over het plan is uitvoerig overleg gepleegd met onze stedebouw kundige en de commissie voor de gemeentelijke plannen, en is behandeld in een openbare commissievergadering. Met de uitgebrachte adviezen en de ingekomen bezwaarschriften is zoveel mogelijk releiing gehouden. De bezwaarschriften zijn eveneens besproken met onze stedebouwkundige In ons voorstel is uitvoerig op de ingekomen bezwaarschriften en verzoeken ingegaan. Het plan is reeds eerder in de raadsvergadering aan de orde geweest, doch de beslissing is toen verdaagd. Het college heeft gemeend dat het plan door de nieuwe raad moest worden vastgesteld nadat het nieuwe college van burgemeester en wethouders was gekozen. Er zijn diverse bezwaarschriften tegen het ontwerp-plan ingediend terwijl daarnaast ook enige verzoeken tot aanpassing van het plan zijn ingekomen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1978 | | pagina 117