terwijl anderen ten gemeentehuize vergaderen waar niemand van het gemeente bestuur bij aanwezig is. Het betreft dan meestal groeperingen die geen enkele verantwoordelijkheid dragen t.a.v. gemeentezaken. Er is naar onze mening voldoende vergaderruimte in de gemeente. Mocht een bepaalde groepering op een daarvoor vastgestelde datum b.v. in de Berk niet over vergaderruimte kunnen beschikken dan kan overleg worden gepleegd met het gemeentebestuur en kan worden bekeken of voor die avond gebruik kan worden gemaakt van de kantine-van openbare werken. Van de schrijfmachines, stencilmachine, en het lichtdrukapparaat van de gemeente mag geen gebruik worden gemaakt door welke groepering dan ook. Wanneer deze mensen zoveel belangstelling hebben voor politiek dan mag hun dat toch ook wel een paar centen kosten. Bat raadsleden voor algemene informatie e.d. een beroep doen op het gemeente- personeel voor het maken van foto-copiën e.d. daar hebben wij uiteraard geen bezwaar tegen. Wel zouden wij h©t op prijs stellen dat zij niet zelf voor foto-copiën e.d. zorgen doch het aanwezige personeel verzoeken die voor hen te maken. Hetzelfde geldt uiteraard voor het gebruiken van de stencil machine Wij merken hierbij op dat alle stukken die in de raad behandeld worden steeds tijdig - zo nodig voorzien van de nodige bescheiden - voor de raadsleden ter inzage liggen en naar onze mening - gezien de reeds verstrekte informatie en aanwezige stukken - het niet zo dikwijls zal voorkomen dat foto-copiën e.d. moeten worden gemaakt. Bovendien ontvangt elk raadslid voor zijn werk - dat volgens de coipiissie Merkx in een kleine gemeente wordt geschat op ongeveer dertig uren per maand - sedert 1 januari 1975 een vergoeding voor de aan zijn werk als raadslid verbonden kosten, en in het rapport van de commissie Merkx wordt steeds gesproken over faciliteiten aan raadsleden en fracties, doch niet over politieke groeperingen of de achterban van raadsleden. Be Heer Looijen heeft zijn twijfels over de zo eerlijk mogelijke verdeling van de huizen van de gemeente. Ja, heer Looijen, het is ons bekend dat U regelmatig twijfels hebt over het doen en laten van B. en W. het blijft altijd bij twijfels hebben, doch IJ komt nimmer met concrete feiten naar voren. Wij zouden het bijzonder op prijs stellen wanneer U dat in de toekomst wel zou doen, en dan vooral geargumenteerd en niet - zoals gebruikelijk - met vage aantijgingen aan het adres van het College. Wij mogen U hier verwijzen naar het bepaalde in artikel 129 van de gemeente wet. Volgens dat artikel zijn de leden van het college van burgemeester en wethouders tesamen en ieder afzonderlijk, aan de Raad verantwoording schuldig voor het door het college gevoerde bestuur en geven te dien aanzien alle door de raad (dus niet aan een individueel raadslid) verlangde inlichtingen, een en ander voorzover zulks niet in strijd is met het openbaar belang. Wij merken hierbij op dat de in artikel 129 bedoelde verantwoordelijkheid uitsluitend neerkomt op het verstrekken van inlichtingen. Zij is verschuldigd aan de raad, dus niet aan de raadsleden individueel. Misschien zal een raads lid voor het vragen van inlichtingen betreffende het bestuur van de gemeente verlof van de raad behoeven. 5. Ingekomen stukken: a. Circulaire van Gedeputeerde Staten van 1977 inzake aanpassing bezoldiging wethouders per 1 december 1976; b. Brief van het Woonwagencentrum West-Brabant, houdende mededeling, dat plannen woonwagencentrum Putte zijn voorgelegd aan het Ministerie van C.R.M. c. Potocopie van de brief van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant aan Gedeputeerde Staten inzake de luchtverontreiniging; d. Ontwerp-gewestraadsbesluit van het Streekgewest Westelijk-Noord-Brabant tot wijziging van de bijdragen van de aangesloten gemeenten in verband met uitbreiding dienstverlening schoolbegeleidingsdienst;

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1977 | | pagina 9