Dit jaar zeer waarschijnlijk een verzoek van het provinciaal bestuur om mede deling van de gemeentelijke plannen. Noodzakelijk om op het rijksplan te komen. Eerst komen de gemeenten boven de 5000 inwoners aan de beurt. Nog dertig gemeenten boven de 5000 inwoners in N.B. hebben geen openbare bibliotheek. Aangezien slechts 2 tot 3 gemeenten jaarlijks in aanmerking komen voor rijks subsidie in de kosten van een openbare bibliotheekvoorziening mogen wij aannemen dat het nog geruime tijd zal duren alvorens de gemeenten beneden de 5000 inwoners in aanermking komen voor subsidie. De prov. bibliotheekcentrale heeft plannen voor een overbruggingsregeling. Volgens die regeling kan in gemeenten beneden 5000 inwoners - als tijdelijke oplossing - worden volstaan met een uitleenbibliotheek onder te brengen in een ruimte van plus minus 75 m2. (Bij een definitieve voorziening moet die ruimte 350 m2 zijn). In een tijdelijke voorziening is uiteraard geen ruimte voor b.v. een leeszaal, uitleentijden b.v. 15 uren per week en er wordt gewerkt met niet gediplomeerd personeel. Volgens een provinciale regeling is een start subsidie van de provincie mogelijk, doch de ten laste van de gemeente blijven kosten bedragen jaarlijks minimaal 30.000, Aanleg riolering en aardgas naar z.g. onrendabele gebieden. Ruim 95van de woningen in onze gemeente is aangesloten op het aardgasnet. Het restant van de woningen ligt in de zogeheten super-onrendabele gebieden. Aansluiting van deze woningen zou een te dure zaak zijn, mede gezien de andere mogelijkheden zoals verwarming met olie e.d. Ook ruim 95$ van de woningen is aangesloten op de riolering van de gemeente. De woningen die niet zijn aangesloten zijn eveneens in de z.g. super-onrendabele gebieden gelegen. Uw vraag m.b.t. een verzorgingstehuis voor bejaarden en een permanent school gebouw is ons niet duidelijk. Misschien kunt U daarop een nadere toelichting geven. Plannen m.b.t. een centraal-antennesysteem zijn U bekend. De kosten zijn echter zodanig hoog dat wij niet verwachten dat de belangstelling voor aansluiting bij de inwoners groot zal zijn. In de onlangs gehouden vergadering van de commissie openbare werken is afgesproken dat een enquête zal worden gehouden. Opmerking: Beroep op het college van B. en W. om de eenheid in het college te herstellen. Ervan uitgaande dat sprake zou moeten zijn van collegiaal bestuur blijkt in de praktijk bij herhaling niet het geval te zijn. Dit doet schade aan het gezicht van ons bestuur en moet op dei^iuur van invloed zijn op het te voeren beleid. Men zou zich af kunnen vragen of in de gegeven omstandigheden de portefeuilles niet verdeeld moeten worden, zodat in principe een meerpersoonlijke verantwoorde lijkheid ontstaat. Antwoord: Naar de mening van het college is dit geen juiste voorstelling van zaken. Slechts in twee gevallen namelijk met betrekking tot een voorbereidingsbesluit voor het z.g. Witte Vlekkenplan en de kwestie Verkeersmaatregelen aan de grens, nam wethouder de Waal een minderheidsstandpunt in. Dat is zijn goed recht, doch dat wil niets zeggen ten aanzien van de eenheid in het college. Overigens merken wij wellicht ten overvloede op dat ook bij verdeling van portefeuilles het college verantwoordelijk blijt-ft,het vaak geenszins duidelijk is wat onder een zelfstandige wethouder wordt verstaan, en dat het collegiali- teitsbeginsel o.a. door Oppenheim en van der Pot, hoeksteen van ons gemeente bestuur wordt genoemd. Het raadslid Mevrouw Emke wil hier graag op inhaken: U zegt, dat U -met uitzondering van twee gevallen- niets gebleken is over verdeeldheid in het college. Ik dacht dat dit zowel in raads- als commissie vergadering herhaalde malen naar voren is gekomen. Bij een portefeuilleverdeling kan men zeggen: die wethouderis voor openbare werken verantwoordelijk enz. Dan krijgt men een duidelijker beeld dan nu, de een zegt dit, de ander zegt dat, ik vind dit geen goede zaak. De voorzitter antwoordt hierop, dat het college in een commissievergadering om advies vraagt. Het standpunt van het college is in het algemeen bekend. ■pjp-t- msvrnuw EmVp merkt naar aanleiding hiervan op, dat de voorzitter

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1977 | | pagina 7