GEMEENTE SH PUTTE (N.Br.)
fsTXal Z
Notulen van de openbare raadsvergadering van 4 oktober 1977
Aanwezig: J.J. van Erp, voorzitter en de leden:
Mevrouw J. Emke-Langeveld, H. Bensbach, H. de Bruijn, L. Buijs,
E. Huijbrechts, P.J. Ketelaars, J. de Light, J. Looijen, E. Simons
en J. de Waal.
Verhinderd: R. van Oirschot
Notulist: A.C.J. van Kaam.
1Opening:
Be voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijk gebed en heet
alle aanwezigen welkom.
2. Vaststelling notulen openbare raadsvergadering van 20 september 1977:
Het raadslid Looijen vraagt, alhoewel hij niet aanwezig is geweest op
die vergadering, of het mogelijk is dat op de band nagegaan kan worden
of wethouder Buijs bij punt 5 gezegd heeft "We moeten het van het kapitaal
hebben" en als dit zo is, of dit opgenomen kan worden in de notulen.
De voorzitter antwoordt hierop dat de banden bewaard worden tot dat de
notulen door de raad vastgesteld zijn, zodat dit geen probleem op zal
leveren. Wethouder Bui.js merkt op dat volgens hem er letterlijk in de
notulen staat wat hij gezegd heeft.
5. Ingekomen stukken:
a. Besluit van Gedeputeerde Staten van 31 augustus 1977 houdende goed
keuring van het bestemmingsplan "Centrum Zuid-Oost".
Be voorzitter deelt mede, dat na verzending van de uitnodiging nog
zijn binnengekomen de besluiten van Gedeputeerde Staten houdende
goedkeuring van het raadsbesluit van 6 september 1977 tot verkoop van
een woningwetwoning aan van Tilburg en tot verkoop van een stukje grond
aan van Beeck.
b. Brief van Woonwagencentra West-Brabant houdende mededeling dat enige
begrotingswijzigingen 1977 zijn goedgekeurd.
c. Brief van de Vereniging Milieugroep Zundert inzake ondergrondse opslag
van gas
d. Jaarverslag 1976 Werkvoorzieningsschap West-Noord-Brabant.
Naar aanleiding van de ingekomen stukken merkt het raadslid Looijen op,
dat het besluit van Gedeputeerde Staten om nu wel plotseling het bestemmings
plan "Centrum-Zuid-Oost" goed te keuren op zich wel goed is. Wel vraagt
hij zich af wat Gedeputeerde Staten eigenlijk bedoelen met de zogenaamde
extra belastingverordening en vraagt of de voorzitter hierover meer
achtergrondinformatie heeft. Be voorzitter antwoordt hierop, dat het
aanvankelijk niet de bedoeling was van Gedeputeerde Staten om het bestemming
plan goed te keuren in verband met de bouwgrondbelasting. De goedkeuring
is waarschijnlijk gebeurd naar aanleiding van een gesprek dat het college
gehad heeft met Gedeputeerde Supman. Op de vraag van het raadslid Looijen
of het niet instellen van een bouwgrondbelasting verder nog konsekwenties
zal hebben met betrekking tot bepaalde goedkeuringen van begrotingswijzig
ingen antwoordt de voorzitter dat, gezien de financiële positie van de
gemeente, op dit moment zeer waarschijnlijk geen konsekwenties zal hebben.