Het raadslid Mevrouw Emke vindt dat in dit geval in de toekomst moet worden
gekeken. Ook de mensen die na 1980 grond bezitten moeten kunnen bouwen.
Daartegenover moet echter ook rekening worden gehouden met de bouw van
bejaardenwoningen, woningwetwoningen enz. Zij vindt het evenmin een populaire
maatregel om bouwgrondbelasting in te voeren, maar de mensen die niet bouwen
worden niet gedupeerd. Als de gemeente echter voorzieningen heeft getroffen
waardoor het mogelijk wordt om te bouwen, vindt zij het billijk dat de
bouwers een redelijke vergoeding betalen. Dat doet iemand, die grond van de
gemeente koopt, in feite ook.
Ook zij staat niet te juichen bij deze maatregel doch Gedeputeerde Staten
dwingen de gemeente in een bepaalde richting. Zij is het met de heer Bensbach
eens dat eerst moet worden getracht om de gronden op minnelijke wijze aan te
kopen. Volgens de voorzitter is dat ook de bedoeling van het gemeentebestuur.
De taxatierapporten zullen in de loop van de maand september binnen komen,
waarna met de mensen contact kan worden opgenomen.
Op de vraag van het raadslid Looijen hoeveel percelen aangekocht moeten worden,
antwoordt de voorzitter dat dit circa 20 percelen zijn, waaronder meerdere
waarop meer dan één huis kan worden gebouwd.
Volgens wethouder Buiis zijn er diverse percelen van 1 ha. zodat deze eigenaren
veel kunnen verdienen.
Het raadslid de Light vraagt zich af of dit niet toegestaan is. In 1966 heeft
de raad een bouwgrondbelasting ingevoerd welke in 1970 weer is ingetrokken,
beide malen onder Koninklijke Goedkeuring.
Nu gaan we hetzelfde paa%je weer berijden.
Hij kan zich goed voorstellen dat verschillende raadsleden tegen deze principe
uitspraak zijn, welke vergaande gevolgen kan hebben. Er is steeds gesteld dat
ook de autochtone bevolking moet kunnen bouwen. Nu kunnen ze dat en nu gaat
de gemeent weer een belasting invoeren. Het raadslid Looijen verklaart dat hij
in principe tegen invoering van deze belasting is aangezien hierdoor ook
de kleine man getroffen wordt. Daarnaast worden weinig percelen verkocht aan de
autochtone Puttenaren. Het raadslid de Bruiin vindt het tijdstip om dit punt
op de agenda te plaatsen, zeer ongelukkig gekozen. Hij had voor zichzelf
liever gezien dat men eerst een gesprek gehad zou hebben met de eigenaren
en pas daarna deze zaak aan de orde had gesteld.
Nu al wordt een hetze gevoerd, vooral door de mensen van de Hogebergdïreef
waarin wordt gesteld: Kijk, ik sta voor het blok, ik moet mijn grond gaan
verkopen aan de gemeente tegen een x-prijs.
Ik moet daarna, als ik mijn grond niet verkoop en later een van mijn kinderen
wil laten bouwei>,bouwgrondbelasting betalen of de grond wordt onteigend.
Hierna volgt nog een korte discussie waarna de voorzitter over het voorstel
laat stemmen.
Uit de gehouden mondelinge stemming blijkt dat 3 leden voor en 8 leden tegen
bouwgrondbelasting zijn, hetgeen zal worden kenbaar gemaakt aan Gedeputeerde
Staten.
19. Standpuntbepaling inzake openbaarheid commissievergaderingen:
De voorzitter stelt in deze: In februari is door Uw raad besloten op advies
van de commissie, om bij wijze van proef een half jaar in het openbaar onze
commissievergaderingen te houden. Dit halfjaar is voorbij. Wij hebben dit dus
andermaal in de commissie besproken, die dan niet openbaar mocht zijn gezien
het standpunt van de raad. Wij brengen de kwestie van wel of niet openbare
commissievergaderingen graag in Uw raad om daarover een uitspraak te doen.
Als eerste verklaart het raadslid de Bruijn: Mag ik hierover heel kort zijn.
Ik ben tegen openbare vergadering^^ezien de ervaringen van het afgelopen
halfjaar. Er zijn een aantal besluiten genomen, of een aantal adviezen gegeven
in deze commissie, die anderj^ zou hebben geluid, indien ze niet de dwang
hadden van bepaalde personen die belanghebbenden waren. Dit is voor veel
commissieleden een dwang geweest, omdat onze gemeenschap te klein is om dit
soort gevoeligheidjes in het openbaar te bespreken. Ik ben er vierkant tegen.
Ik vind het niet in het algemeen belang.
Pg rm^"1 sden Ketelaars en Bensbach verklaren zich eveneens tegen openbare