-11- Er wordt vaak gezegd van: nu worden in één keer bepaalde groepen getroffen - en dan komgt zo gebruikelijk naar voren "de kleine man" - maar op zich is dat niet waar. De laatste jaren is er steeds gebouwiop grond van de gemeente. De kopers hebben alle kosten - die nu via een belastingverordening moeten terugkomen - in de koopprijs moeten terugbetalen aan de gemeente. Het is niet zo dat de gemeente nu bepaalde groepen gaat benadelen, dat is zeker niet de bedoeling van het college. De raad heeft in deze alle bevoegdheden zoals het aanwijzen van de belasting plichtige, het bedrag de manier waarop betaald moet worden enz. Het college meent een dringend beroep te moeten doen op de raad om nu een principe-uitspraak te doen; de verdere uitwerking kan t.z.t. gebeuren. Volgens het raadslid Bensbach is het onderwerp bouwgrondbelasting niet nieuw. In 1966 heeft de gemeenteraad reeds een bouwgrondbelasting ingevoerd, die echter in 1970 weer is ingetrokken. Nu komt het College met het voorstel om deze bouwgrondbelasting in te voeren om de continuering van de woningbouw voor de inwoners van Putte te garanderen. In de verstedelijkingsnota, waarin ook de kwestie kleine kernen aan de orde komt, wordt al bij voorbaat gesteld dat ook Putte niet mag groeien. Zolang het streekplan nog van kracht is kan de gemeente doorgaan met bouwen op gronden die in het bezit zijn van de gemeente. Voordat de verstedelijkingsnota in werking is getreden gaan Gedeputeerde Staten reeds een rem leggen op de ontwikkeling van de kleine kernen, hetgeen een beleidsvoering is die niet past voor onze gemeente. De gemeente heeft zich veel offers moeten getroosten om de gronden in bezit te krijgen, terwijl nu ineens gezegd wordt er mag niet worden gebouwd. Op deze manier wordt de autochtone bevolking niet geholpen. Hij stelt voor om de mensen, die gronden in hun bezit hebben toestemming te geven om'.te bouwen. Daarvoor is natuurlijk nodig dat de gemeente de voorzieningen treft. Hij maakt echter bezwaar tegen het invoeren van een bouwgrondbelasting om op deze manier de begroting van een bestemmingsplan sluitend te krijgen. Hij is wel bereid om als de gemeente ergens een weg aanlegt, de mensen die daar gronden hebben liggen, in de gelegenheid te stellen daar een woning voor hun kinderen te laten bouwen. De kosten, die de gemeente gemaakt heeft, kunnen op een andere manier worden teruggevorderd. Het raadslid van Oirschot is van mening dat als eenmaal een principe-uitspraak gedaan is, de gemeenteraad daaraan vastzit. Hij vindt dat er teveel onzeker heden zijn zoals b.v. de hoogte van de belasting. Daarnaast is er gesproken over woningen ter beschikking te stellen aan de minstdraagkrachtigen. Dit houdt in dat een aantal woningwetwoningen moet worden gebouwd waarvan de grondprijs gebonden is aan de curveprijs. Dit heeft weer tot gevolg dat de overige gronden, die particulier eigendom zijn, zwaarder belast gaan worden. Daarnaast heeft hij bij de algemene beschouwingen voijg jaar reeds aangestipt dat naar zijn mening Putte groot genoeg is. Hij denkt dat eerst iets gedaan moet worden aan de leefbaarheid van het dorp. De voorzitter antwoordt hierop dat het gemeentebestuur daarmee bezig is. Het standpunt van de raad, dat Putte niet hoeft te groeien, is alom bekend, doch dit houdt niet in dat men de ogen moet sluiten voor het feit dat jaarlijks 15 20 woningen voor de eigen bevolking moeten worden gebouwd. Het raadslid van Oirschot verklaart hierna dat zijnerzijds gesteld is dat de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek hebben aangetoond dat de groei van de bevolking terugloopt. In afwachting daarvan zou hij ervoor willen waken dat nu al beslissingen worden genomen die strain niet meer kunnen worden terug gedraaid. Daarnaast is in de commissievergadering het woord "onteigening" gebruikt. Niet dat hij dat graag zal hebben doch hij vreest dat hiermee een eerste stap wordt gezet in de richting van onteigening. De voorzitter antwoordt hierop dat het college bewust het woord onteigening niet gebruikt heeft.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1977 | | pagina 60