maken van dergelijke brandkranen antwoordt de voorzitter dat dit niet het geval is. Het is mogelijk dat Openbare Werken water aftapt doch dit kan alleen met een standpijp waarop een watermeter is bevestigd, zodat jaarlijks een nota wordt gezonden voor het afgenomen water. Zonder dat nog iemand het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 17. Nota inzake het verstrekken van inlichtingen aan gemeenteraadsleden: Volgens de voorzitter is over het verstrekken van inlichtingen de laatste tijd het een en ander te doen geweest in Putte. Het college is daarmee niet gelukkig. In de vorige raadsvergadering heeft het raadslid de Bruiin vragen gesteld over deze kwestie, waarop niet nader kon worden ingegaan in verband met de inlichtingen welke aan de Minister van Binnenlandse Zaken moesten worden verstrekt. Het college heeft toen wel toegezegd over deze aangelegenheid een nota op te stellen, waarin is verwerkt wat de laatste tijd geschreven is in de vakliteratuur. Het schijnt meer gangbaar te zijn in Nederland om het op deze manier te doen. Naast deze nota hebben bij de stukken ter inzage gelegen de brief van de Heer Looijen aan de Minister, de nota van burgemeester en wethouders van 24 februari, de brief aan de raadsleden van 1 maart en met toestemming van de Heer Looijen het antwoord van de Minister. Be voorzitter verklaart weinig behoeven toe te voegen aan het rapport. Het college heeft echter wel behoefte om in te gaan op bepaalde punten in de brief van het raadslid Looijen. In zijn brief schrijft hij n.l. dat burgemeester en wethouders nogal vlug vreemd en op den duur geïrriteerd aankeken tegen deze P.v.d.A.-eenling, die nu eens geen dociële ja-knikker was. Hij gaat hierna verder: Ik moge U eraan herinneren Heer Looijen dat U reeds in de eerste raads vergadering van deze zittingsperiode Uw wantrouwen uitsprak tegen het 5 college van B. en W. Wij vragen ons nog steeds af waarom, U kende toen het college niet en had er nooit mee samengewerkt. 2. Hier kwam pardoes iemand meepraten die ook weieens tegensprak. Bat is beslist geen nieuw geluid in de raad, als U dat mocht denken. Ik moge U verwijzen naar de notulen van de raadsvergaderingen tijdens de zittingsperiode van b.v. 1970 - 1974- 3. Boor een reeks voorvallen in de laatste weken is er nu sprake van een vonkende spanning in de verhoudingen. Het college is van mening dat dat best meevalt. 4. U schrijft aan de Minister dat in de besloten raadsvergadering van 24 februari j.l. de burgemeester mede-deelde dat hij het advies had gekregen (hij zei niet van wie)om zijn ambtenaren het volgende consigne te geven: Raadsleden, die inlichtingen wensen, mogen die alleen nog maar krijgen wanneer ze aan kunnen tonen dat ze daarmee het algemeen belang beogen, en niet de minste politiekfcbedoeling hebben. Tijdens die vergadering heb ik gezegd: B. en W. hebben besloten dat, wanneer met het vragen van inlichtingen politieke motieven een rol spelen dan kan de betreffende ambtenaar, gezien hij geen onafhankelijke positie inneemt, overwegen de gevraagde inlichtingen niet te verstrekken, en het betreffende raadslid verwijzen naar een van de leden van het college. 5. Vervolgens zegt U dat U op dinsdag,3 februari aan het hoofd van openbare werken een paar kadasterkaarten ging vragen voor een zaak die van inmens plaatselijk belang is, en hij U vroeg Uw verzoek te motiveren, gezien de brief van het college, en U in een ranzige context daarin werd genoemd.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1977 | | pagina 55