Het raadslid Looi.jen vindt het niet duidelijk. Stel dat het lage geboorte cijfer zich niet voortzet. Dan is het toch een jammerlijke zaak dat men daar thans geen rekening mee heeft gehouden. De integratie L.O. - K.O. gaat door. Dat blijkt een succes te zijn. In vergelijking zouden de leerlingen aan de Hogebergdreef van de geïntegreerde school beter af zijn dan de leerlingen van de St. Annaschool. Dit is een norm van discriminatie. Hij slaat de adviezen van de inspectie niet hoog aan. Hij haalt het jeugdprobleem in de gemeente aan. Men heeft hier thans alleen de houten kiet. Waarom maken we van de kleuterschool St. Anna geen jeugdgebouw? Dit zou een stuk welzijnszorg betekenen. De voorzitter antwoordt dat de inspecteur hier niet mee akkoord gaat. Het jeugdgebouw kan toch nog worden gerealiseerd. Het raadslid Looijen stelt dat men toch nog met houten lokalen blijft zitten. Daarbij is de kwaliteit van de Hogebergdreeflokalen veel slechter dan die gelegen aan de Beukendreef. De voorzitter repliceert dat de school aan de Beukendreef een semi-permanent gebouw is en de lokalen aan de Hogebergdreef zijn noodlokalen. Hij vraagt vervolgens of iemand omtrent dit agenda-punt stemming verlangt. Het raadslid Looijen vraagt stemming. Bij de hoofdelijke stemming blijkt alleen het raadslid Looijen tegen en de overige raadsleden voor het voorstel van burgemeester en wethouders te zijn, zodat het voorstel met 10 stemmen vóór en 1 tegen is aangenomen. 16. Rondvraag; Alvorens met de rondvraag te beginnen deelt de voorzitter het volgende mede: 1Aanleg woonwagenkamp Spoedig wordt van Gedeputeerde Staten de goedkeuring verwacht op de art.19 aanvraag. Zodra de goedkeuring binnen is zullen de inwoners die een bezwaarschrift hebben ingediend voor een bespreking op het gemeentehuis worden uitgenodigd, voor een nadere toelichting. 2. Verstrekken van inlichtingen door ambtenaren aan individuele raadsleden: Deze materie is in de vergadering van het college van hedenmorgen uitvoerig besproken. Het college is van mening dat, zolang er nog geen wettelijke regeling is tot stand gekomen, bij de overdracht van informatie, welke doorgaans door ambtenaren zal worden verstrekt, bepaalde regels in acht dienen te worden genomen. Enerzijds namelijk heeft de ambtenaar er recht op te weten waar zijn geheimhoudingsplicht ingevolge art. 3 van het Algemeen Ambtenarenreglement ophoudt, anderzijds moet hij weten waar zijn plicht tot het verstrekken van informatie aan raadsleden begint. Een nota inzake informatieverstrekking door ambtenaren aan raadsleden zal voor de eerstvolgende raadsvergadering aan de raadsleden worden toegezonden. Vervolgens vraagt de voorzitter wie van de raadsleden gebruik wil malcen van de rondvraag. Het raadslid Huijbrechts zegt dat er klachten van bejaarden zijn gekomen omtrent de verplichte aansluiting op de riolering van de hemelwaterafvoeren. Vanneer dit door deze mensen onmogelijk zelf kan worden uitgevoerd zal dit door de gemeente gebeuren tegen betaling van 260, De voorzitter antwoordt dat dit dan eerst met de mensen zal worden besproken. Hij verzoekt bij eventuele klachten hieromtrent de mensen te verwijzen naar het college. Het raadslid de Bruijn stelt dat de restanten van de voormalige Barbarella een gevaar betekenen voor de veiligheid. Hij stelt dat het college hiervoor verantwoordelijk is en vraagt wat men voornemens is hieraan te doen. De voorzitter antwoordt dat de gevaarlijke stukken zullen worden verwijderd. Wethouder de Waal is zich van geen gevaar bewust. Er kan niets gebeuren. Er kan hoogstens een balk vallen en die valt dan nog recht naar beneden. De gevels staan vast. Hij zegt dat het geheel binnenkort wordt afgebroken. Het raadslid de Bruijn stelt dat deze theorie wel goed is. Hij zegt echter dat ook wethouder de Waal hier mede verantwoordelijk is. Ook de zijgevels leveren gevaar op. De voorzitter zegt toe dat hij het hiermee eens is en vraagt aan Wethouder de Waal wanneer deze zaak wordt afgebroken. Wethouder de Waal antwoordt dat dit binnen afzienbare tijd zal gebeuren.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1977 | | pagina 44